Rosario 'La Tremendita'
Mohammad Motamedi
Salvador Gutiérrez
Sina Jahanabadi
Qasida
Rosario 'La Tremendita'
Mohammad Motamedi
Perzië vs Flamenco: Qasida op Flamenco Biënnale III Rosario 'La Tremendita' & Mohammad Motamedi in Bimhuis en Rasa dinsdag 11 januari, 2011

Een van de voorstellingen die de Flamenco Biënnale III, het flamencofestival dat tussen 21 en 30 januari in drie Nederlandse steden plaatsvindt, extra speciaal maakt is Qasida; een muzikale ontmoeting van de Sevillaanse cantaora Rosario ‘La Tremendita’ en de Iraanse zanger Mohammad Motamedi. ‘Gezongen Spaanse volkspoëzie vermengt zich met Perzische kunstmuziek tot een klankwereld waarin het oude Al-Andalus zich misschien heel even laat horen’, beschrijft de organisatie het project. MixedWorldMusic sprak met festivaldirecteur Ernestina van de Noort over de totstandkoming.


door Elda Dorren

De voorstelling Qasida is een muzikaal project waar de flamencostem van Rosario ‘La Tremendita’ Perzische en Arabische invloeden aftast. De cantaora is een vertegenwoordigster van de nieuwe generatie flamencozangers, klassiek geschoold in de cante jondo en nieuwsgierig om uitstapjes naar andere muzikale werelden te maken. De oude Perzische poëzie is een schier onuitputtelijke bron voor klassieke liedteksten. Een lenige stem als die van de jonge zanger Mohammad Motamedi is het instrument bij uitstek om deze liederen te verklanken. De twee vocalisten hebben elkaar voor het eerst ontmoet op een festival in Osnabrück. Er was meteen een klik.

Het idee voor een ontmoeting tussen Perzische en flamencozang suddert al jaren in je hoofd, nietwaar? Hoe kwam je op het idee? En hoe kreeg het gestalte?
‘Ja, al sinds de oprichting van de Flamenco Biënnale wil ik die twee vocale vormen samenbrengen. Het festival is nieuwsgierig en wil nieuwsgierig maken. En wil vooral ook het publiek prikkelen om met andere ogen naar het genre te kijken en het nieuwe muzikale ervaringen geven. Een van de artistieke speerpunten in de programmering zijn de muzikale – en dus culturele – ontmoetingen.

‘Het festival toont zowel de nieuwe lichting jonge vertolkers en uitvoerders die de flamenco innoveren vanuit het moderne dansidioom, als musici die via de jazz, cross-overs en dwarsverbindingen naar de bronnen in India, Pakistan, Iran, Egypte en de Maghreb de flamenco naar een nieuw momentum brengen en aldus levend houden. Door terugkeer naar de bron wordt in moderne fusies de cirkel rond. In 2006 hebben we dat gedaan met de Pakistaanse qawwali-traditie: zanger Faiz Ali Faiz verbond zijn stem aan de zigeunerstem van Duquende. In 2008 brachten we zang uit de Maghreb met zangeres Cherifa Kersit die we koppelden aan gitarist Niño Josele. En in deze editie slaan we dus de brug naar de zangtradities van het Midden-Oosten.
 
‘Een gemeenschappelijke noemer tussen deze zangtradities is het melismatisch karakter (het uitspinnen van meerdere tonen op een lettergreep; red.) van vocale versieringen, ornamenten, en het belang van de poëzie. Perzische poëzie is onlosmakelijk verbonden met de Perzische muziek. En de volkspoëzie maakt de kern uit van de flamenco. Zo ontmoet de cante jondo een nog diepere ‘cante jondo’ uit een andere cultuur, waaruit ze deels is ontstaan.’

Jullie citeren de Spaanse dichter Federico García Lorca, die de cante jondo beschreef als een ‘zeldzaam exemplaar van primitieve zang die in zijn noten de ontblote en huiveringwekkende emotie herbergt van de eerste oosterse beschavingen’. Is er een muzikaal-historische connectie of was dat gewoon een aanname van Lorca?
‘Tijdens het hoogtepunt van het Omayyadenkalifaat in de tiende eeuw gold Córdoba als het ‘sieraad van de wereld’ en bloeide de Arabo-Andalusische lyriek die nauw verbonden was met de muziekcultuur. Poëzie was de belangrijkste cultuuruiting van Al-Andalus. Tussen Andalusië en het Islamitisch rijk dat zich vanuit Bagdad uitstrekte over Irak en Iran werd veel gereisd door wetenschappers, denkers en musici.

‘Een van de belangrijkste was Zyriab, ‘de zwarte zangvogel’, de geleerde, dichter, zanger en luitspeler die uit Bagdad werd verjaagd en zijn toevlucht zocht in Córdoba bij Abd al-Rahman II, een tijdgenoot van Karel de Grote. Met hem kwam een enorme vloed aan oosterse liederen en gedichten van Grieks-Perzische oorsprong naar Andalusië, die de basis vormen van de flamencotraditie. Het was ook Zyriab, een leerling van de beroemde Iraakse muzikant Ibrahim al-Mawsili, grondlegger van het Arabische muzieksysteem, die een vijfde snaar aanbracht op de luit, die het begin van de flamencogitaar vormde.

‘Emilio García Gómez, een van de belangrijkste Spaanse onderzoekers en vertalers van Arabo-Andalusische poëzie, schreef dat de belangrijkste wederzijdse erfenis van Al-Andalus en de Islamitische wereld de lírica, de poëzie was. De islam gaf de klassieke qasida aan Spanje, en Andalusië gaf de muwassaha (in een mengeling van volkstaal en klassiek Arabisch), aan de islamitische wereld. Vanuit die lyrische erfenis zal deze muzikale ontmoeting worden vormgegeven.

‘De volkslyriek van de flamenco en de poëzie van Arabo-Andalusische dichters/filosofen als Ibn Arabi, en de Perzische dichters Rumi en Omar Khayam zullen in Qasida naast elkaar klinken. Toen het project vorm kreeg in Osnabrück bleken zowel Mohammad als Rosario vooral uit de ghazals (in het Turks: gazellen) van Hafez geput te hebben, lírica amorosa: korte rijmende coupletten die uitstekend in de tangos passen.’

Hoe gingen ze daarna te werk?
‘Die eerste ontmoeting kwam tot stand nadat ik Rosario heb gevoed met Perzische en Syrische klassieke muziek, waarna ze vroeg of ze met Mohammed Motamedi kon samenwerken; die bleek tot onze vreugde beschikbaar en geïnteresseerd. Bij de eerste ontmoeting in Osnabrück bleken de stemmen wonderwel bij elkaar te passen. Het was daar een echt laboratorio musical, waar alles openlag en mogelijk was, zoals in de researchfase van een documentaire. Het was in de eerste plaats een aftasten van elkaars vocale domeinen. In Amsterdam zullen de musici twee dagen verder met elkaar aan de slag gaan.’

Hoe zou je Rosario ‘La Tremendita’ karakteriseren?
‘Als een groot aanstormend zangtalent, met een uitgesproken wil en concept over hoe ze haar flamenco anno 2011 wil vormgeven. Ze weet heel goed wat ze wil en wat ze niet wil. Dat je het zingen van je vader, maar vooral van je overgrootmoeder (Enriqueta la Pescaera; red.) kan leren, is uitzonderlijk. Ze komt uit een van die cunas (wiegen; red.) van de flamenco, Triana. En heeft van haar grootmoeder een manantial (bron; red.) aan liederen geërfd die ze in de toekomst ongetwijfeld van haar eigen stempel zal voorzien.’

Vertel eens wat meer over Mohamed Motamedi en zijn achtergrond.
‘Zijn handelsmerk is de tahrir, de elegante Iraanse ‘jodeltechniek’, die hij schijnbaar moeiteloos uitvoert. Hij leerde vocale technieken in de stijl van Hussein Taher Zadeh onder leiding van Hamid Reza Nourbakshs. Hij ontwikkelde een speciale belangstelling voor de zangstijl Esfahan van de meesters Adib Khansari en Taj Esfahani. Hij maakte deel uit van vele ensembles zoals van Sheyda, onder leiding van de grote Mohammad Reza Lotfi. Hoewel gecomponeerde neo-klassieke muziek in het huidige Iran de mode is, bewijst een jonge zanger als Motamedi dat de aloude geïmproviseerde muziek anno 2010 allerminst aan kracht heeft ingeboet.

Ik zie dat er ook in instrumentarium een cross-over plaatsvindt in Qasida. Is er ook nog sprake van een jazzidioom of is het een ontmoeting tussen puur flamenco en puur klassiek Perzisch?
‘Dat zal tijdens deze tweede repetitieperiode voorafgaande aan de concerten blijken. De groepen van Rosario en Mohammad zullen ieder hun eigen repertoire spelen. Enkele nummers zullen ze samenspelen en daarin zullen ze voortborduren en improviseren op de eerste ontmoeting van Osnabrück. Ik hoop dat er een instrumentale dialoog tussen de nieuwe kamancha van Sina Jahanabadi en de prachtige en subtiele gitaar van Salvador Gutiérrez ontstaat.

‘Of beide culturen al dan niet muzikaal verwant zijn, laat ik graag aan het oordeel van het publiek over. Het gaat hier om nevenschikking: we tonen twee muziekculturen naast elkaar, waartussen in ieder geval enige historische connectie is aangetoond. Ik geloof niet in fusies, meer in muzikale ontmoetingen, of beter nog, ontmoetingen tussen musici en hun vermogen elkaars idioom te verstaan en te vertalen naar hun eigen achtergrond, vanuit hun nieuwsgierigheid. En dat er dan een vorm van muzikale dialoog uit voortkomt waarin ze elkaar verrijken vanuit hun muzikale achtergrond. Maar van de uitkomst is niemand zeker, dat is spannend.’

Speeldata Rosario ‘La Tremendita’ & Mohammad Motamedi: Qasida
28 januari: Bimhuis, Amsterdam
30 januari: Rasa, Utrecht (mi) – deze voorstelling in Rasa wordt voorafgegaan door een lezing en een cd-presentatie.

De derde editie van dit inmiddels wereldvermaarde flamencofestival herbergt tal van bijzondere programmaonderdelen. Zie voor het programmaoverzicht het artikel elders op deze site.

Bekijk video’s van Rosario 'La Tremendita' en andere artiesten die aantreden op de Flamenco Biënnale III op het YouTube Kanaal van MixedWorldMusic.com.

Luister op het Spotify Kanaal van MixedWorldMusic.com naar de playlist met het nieuwe album van Rosario 'La Tremendita', A Tiempo.

Zie ook
www.flamencobiennale.nl
https://rosariolatremendita.galeon.com
www.mohammadmotamedi.com


meer nieuws
Betoverende samenzang in de Amstelkerk
maandag 11 maart, 2024
Soloconcert van Nani Vazana in de Roode Bioscoop
zondag 10 maart, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
vrijdag 1 maart, 2024
Uitverkochte Cloud Nine zaal op stelten gezet
maandag 19 februari, 2024
In Amsterdam, Utrecht en Den Haag tussen 8 maart en 22 juni 2024
woensdag 14 februari, 2024
Daverend optreden bij De X
maandag 12 februari, 2024
Tref begeleidt balfolk in De Omval
dinsdag 6 februari, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
donderdag 1 februari, 2024
Een persoonlijke impressie
maandag 29 januari, 2024
Monica Akihary met Boi Akih op Jazz Podium Hot House in Leiden
zaterdag 27 januari, 2024