Na een korte onderbreking van enkele weken ging zaterdagavond de 'tweede helft' van deze editie van de zomerse concertreeks On The Roof van start met een optreden van het zeskoppige Olaiá Night.
door Ton Maas (tekst en foto's)
Olaiá Night, een van de combinaties die basgitarist en bandleider Breno Viricimo in Amsterdam heeft opgetuigd, zorgde gisteravond op het eerst nog zonnige en later knus schemerende dak van HoogtIJ in Amsterdam-Noord voor een aangenaam lichtvoetige mix van Braziliaanse klanken en jazz. Bijna achteloos plukkend aan de snaren van zijn basgitaar rolde hij samen met slagwerker Wagner Vasconcelos een soepel swingend en toch stevig fundament uit dat gitarist Daniel de Moraes en saxofonist/fluitist Lucas Santana zowel houvast als ruimte bood om af en toe lekker los te gaan met verrassende solistische uitstapjes, maar steeds vanuit hecht samenspel als vertrekpunt. Pas na een klein half uur instrumentale muziek betrad Roxanne Hartog – een van de twee zangeressen van de groep – fraai uitgedost en breed glimlachend het podium. Net als collega Femke Smit beheerst ze het Braziliaanse idioom tot in de puntjes. Pas daarna werd voor het eerst was gas teruggenomen voor een ingetogen vertolking door Smit van het nummer João e Maria, een compositie van Chico Buarque.
Eenzaamheid als onvermoede verbinder
Een ander emotioneel moment viel kort na de pauze, toen Femke de microfoon nam om samen met het publiek nog even stil te staan bij Felix Hildenbrand, oprichter en programmeur van On The Roof, die enkele jaren geleden onverwacht overleed. Dança da Solidão, het nummer dat ze vervolgens aan hem opdroeg, kondigde ze aan met een anekdote. Blijkbaar had Felix de gewoonte om bij het aankondigen van dit nummer iemand uit het publiek te vragen wat eenzaamheid voor hem of haar betekende. En ooit kreeg hij als antwoord: ‘Het gevoel van eenzaamheid is iets wat we allemaal kennen en daardoor zijn we met elkaar verbonden.’ In het laatste deel van het optreden kreeg iedereen nog de gelegenheid om de show te stelen. Zelfs Breno stapte even uit zijn dienende rol in de achtergrond en zette zowaar een korte solo in. Daniel liet de snaren van zijn akoestische gitaar nog een keer twinkelen van plezier en terwijl de dames elkaar aanvuurden, deelde Lucas vanaf de zijlijn grijnzend plaagstootjes uit, bijvoorbeeld door een door Femke gezongen melodie onverwacht van een ‘tweede stem’ te voorzien. Wagner overzag dat alles vanachter zijn drumstel en aan zijn gelaatsuitdrukking viel af te lezen dat het goed was. Met een staande ovatie liet het publiek weten het daar roerend mee eens te zijn.