In een afgeladen Paradiso Noord hield zangeres Meral Polat afgelopen zondagavond haar nieuwe album Meydan ten doop. Gitarist en toetsenist Chris Doyle en slagwerker Frank Rosaly zijn nog altijd van de partij, al wordt er niet meer van een trio gesproken. Ook traden enkele gasten aan die hebben meegewerkt aan de nieuwe plaat.
door Ton Maas (tekst en foto's)
De allereerste naam die Polat na een paar nummers uitroept om de gelederen op het podium te komen versterken, is die van Frank Rosaly. Want niet híj zat bij aanvang van het optreden achter het drumstel, maar de uit België afkomstige Jens Bouttery. Speciaal voor de gelegenheid waren deze avond allebei de 'wisseldrummers' van de partij, hetgeen halverwege een intense en lang uitgesponnen uitvoering van Ez Kî Me, de titelsong van het succesvolle debuutalbum, leidde tot een enerverend duel op de trommelvellen, waarbij alle anderen het podium verlieten. Elkaar tartend in ritmisch spitsroeden lopen leken de mannen te pogen elkaar van de wijs te brengen, wat natuurlijk niet lukte. De ontlading die volgde toen uit het spervuur van grillige accenten de groove weer voor iedereen hoorbaar werd, ontlokte terecht een daverend applaus aan het publiek.
Sleutelwoord: Grooven
Grooven is wel echt het sleutelwoord als je de muziek van Polat en haar mannen wilt typeren. Hun intense samenwerking – de heren zijn niet slechts begeleiders maar mede-makers – heeft van meet af aan een onmiskenbaar stempel op de markante stijl gedrukt. De repetitieve en vaak minimalistische motieven die Doyle uit snaren dan wel toetsen laat opstijgen, lenen zich bij uitstek voor lekker lang doorhalen. Van akkoordenschema's is zelden sprake. In plaats daarvan grossiert de band in een bezwerende monotonie die Polat alle ruimte geeft om vocaal uit te pakken.
Stemmen met orkaankracht
En dat doet ze! Aangejaagd door haar begeleiders laat ze haar machtige stemapparaat schallen. Telkens als je denkt dat de grens nu wel bereikt is, blijkt er nog een tandje bij te kunnen. Des te scherper het contrast als ze even gas terugneemt om een van haar gasten, zangeres Ibbelise Guarda Ferraguti, ook wat ruimte te geven. Prachtig mengen hun stemmen dan terwijl ze om elkaar heen kringelen. Bij Mola Sylla, de andere gastvocalist van de avond, is zulke voorzorg overbodig. Als die een keel op zet, doet hij niet voor Polat onder.
Groeiende zeggingskracht
Was Merals podiumpresentatie in de beginfase van haar 'tweede leven' als zangeres soms nog wat onwennig – met name als er niet gezongen hoefde te worden – inmiddels stuitert ze woest met de haren wapperend over de bühne als ze even niet aan de microfoon hoeft. Ook haar emotionele zeggingskracht lijkt nog altijd te kunnen groeien. Met de lading die ze een nummer meegeeft, is ze in staat bij haar gehoor diepgelegen gemoedssnaren te beroeren.
Draai gevonden als tekstdichter
Bovendien lijkt Polat ook als tekstdichter haar draai te hebben gevonden. Anders dan bij haar debuutalbum, waarvan de teksten merendeels door haar vader geschreven waren, horen we nu vooral eigen teksten en een enkele traditional of klassieker (van de legendarische asik Pir Sultan Abdal). Fijn dat in het boekje bij de cd (en langspeelplaat) niet alleen de teksten zijn afgedrukt, maar ook de Engelse vertaling!