De Zimbabwaanse singer-songwriter Netsayi presenteerde kort geleden haar tweede cd, 'Monkey’s Wedding', een plaat met een krachtig, poëtisch en persoonlijk geluid. In februari doet ze zes Nederlandse theaters aan in het kader van World Sessions. ‘Dit is Zimbabwaanse muziek, gewoonweg omdat ik uit Zimbabwe kom.’
door Elda Dorren
Afgelopen najaar was je op tournee met de wereldberoemde groep Ladysmith Black Mambazo, wiens omvang, stijl en publiek in groot contrast staat de jouwe. Hoe was dat?
‘Toen we waren bekomen van de schok dat we meer dan dertig avonden achter elkaar door foeilelijk Engeland moesten rijden, werd het een geweldige ervaring!’ (lacht) ‘Je zou het misschien niet zeggen, maar het bleek muzikaal een goede combinatie. Het publiek was razend enthousiast. De enige restrictie was dat we geen drumstel mochten gebruiken in het voorprogramma, om het contrast met het a-capellageluid van Ladysmith Black Mambazo tot een minimum te beperken. We gebruikten percussie, mandoline, gitaren en mbira (duimpiano; red.). Die lange reeks shows hielp me mijn nummers steeds op nieuwe manieren te arrangeren en vertolken.’
Op je nieuwe plaat Monkey’s Wedding ligt er veel nadruk op de teksten. Het schuurt soms tegen spoken word aan.
‘Dat klopt, ik ben gek op woorden. Ik studeerde Engelse letterkunde op de universiteit en lees ontzettend veel dichtbundels. Ook luister ik graag naar singer-songwriters en zangers waarin tekst en stem belangrijk zijn, zoals Lauryn Hill, Tracy Chapman, Joan Armatrading, Feist, Leonard Cohen en Oliver Mtukudzi. Ik houd ervan mijn gedachten te uiten op een poëtische manier.’
Welk geluid wilde je muzikaal gezien neerzetten met deze plaat?
‘Mijn beginpunt is altijd folk, rootsmuziek. Het maakt niet uit waar vandaan. Verder vind ik het moeilijk om mijn eigen muziek te beschrijven. Ik wist qua geluid wat ik wilde, qua ritmes, qua ‘textuur’, maar kan het niet omschrijven. Wat ik toen deed, is proberen in de realiteit te vangen wat er al in mijn hoofd zat.’
Misschien kun je het uitleggen aan de hand van het nummer Top Cop, waarin verschillende elementen en stijlen samenkomen.
‘Dat is wel een goed voorbeeld. Ik nam voor dat nummer een traditioneel mbiraritme uit Zimbabwe en liet het samenvallen met het geluid uit die typische Amerikaanse chain gang-liederen, die vraag- en antwoordkoren van de zwarte slaven die met een ketting aan hun enkel aan de weg werkten. Ik nam dus de roots van twee verschillende culturen en keek wat eruit zou komen. Die mix van stijlen gaf ik ook nog een hedendaagse signatuur door de tekst, die vrij humoristisch en van deze tijd is.’
In het nummer Weaves and Magazines, een muzikale tirade tegen een afvallige vriendin, vermeng je ook culturen.
‘Ja, dat klopt. De basis van dat nummer is een Zuid-Afrikaans isicathamiya-ritme (Zulu koormuziek; red.), een hele traditionele groove. Dan begin ik ineens in het Engels te zingen. En te vloeken. Er werd eens een publiek boos omdat ik in het Engels vloekte in dat nummer. Dus het is niet erg als je in een onbekende Afrikaanse taal vloekt, want dan verstaat niemand het, en danst iedereen vrolijk door. En als Lilly Allen vloekt is het gewoon ordinair, dus ook niet erg. Maar als je die dingen gaat vermengen is ineens het huis te klein. Dan ben je ineens Afrika aan het ‘misbruiken’. Zo noemden ze dat. En dat terwijl de Engelse volksmuziek vol met stoute metaforen en dubbelzinnige verhalen zit.’
Klopt het dat je in diezelfde song impliciet tekeergaat tegen de muziekindustrie?
‘Ja, en dan vooral tegen de manier waarop wereldmuziek wordt ontvangen. Aan de ene kant heb je de mensen die vinden dat alles wat in een andere taal gezongen wordt, wereldmuziek is. Dat is onzin. Als je in het Spaans zingt wil dat nog niet zeggen dat je flamenco maakt. Aan de andere kant heb je het wereldmuziekcircuit, met wat ik noem de ‘wereldmuziekpolitie’, althans in Engeland: journalisten, radiomakers en labeleigenaren die bepalen wat wel en wat geen wereldmuziek is. Ze hebben een vreselijk strak referentiekader en een hele traditionele smaak. Over mijn muziek zeggen ze: nee, dit is niet traditioneel genoeg, of: nee, dit is niet Afrikaans genoeg, dit is geen Zimbabwaanse muziek. Maar het is wel degelijk Zimbabwaanse muziek, gewoonweg omdat ik uit Zimbabwe kom.’
Toch wordt je muziek nog niet in Zimbabwe uitgegeven. Je verblijft er wel regelmatig. Hoe word je daar eigenlijk ontvangen als artiest?
‘In Zimbabwe deed ik nog maar één officieel optreden, op een festival. Dat was uitverkocht en de mensen vonden het te gek, maar daar kun je nog niets uit concluderen. Tot voor kort werden mijn cd’s alleen in Zuid-Afrika gedistribueerd en van daaruit geëxporteerd naar Zim. Binnenkort zal mijn werk wel daar gedistribueerd worden, en eerlijk gezegd vind ik dat best een beetje spannend. Mijn muziek zou wel eens te onconventioneel kunnen blijken voor de mensen in Zimbabwe. Ik weet wat voor nummer ik zou moeten maken om in het Shona, mijn taal, een hit te hebben. Maar om mijn eigen muziek uit te brengen zou ik misschien moeten doen wat veel Afrikaanse artiesten die in Europa wonen doen, een ‘Afrikaanse’ versie voor die markt uitbrengen. Het lijkt me ook wel wat om een keer een compleet traditioneel album te maken. Maar eerst moet ik er mijn weg nog een beetje vinden.’
World Sessions
Netsayi is de derde artiest in de serie World Sessions 2009-2010, georganiseerd door World Connection. Mixed is mediapartner van de serie en volgt de concerten op de voet. De eerste twee series World Sessions, met Deolinda en Blick Bassy, waren heel succesvol. Elke artiest die aan de World Sessions meedoet, wordt in een intieme sfeer in popzalen, theaters en muziekcentra in Nederland aan het publiek voorgesteld. Niet alleen met een concert, maar ook met een live-interview en een documentairefilm.
World Sessions met Netsayi in februari 2010
6 feb: 21.00 uur, Podium Mozaïek, Amsterdam
7 feb: 20.00 uur, Theaters Tilburg, Tilburg
9 feb: 20.15 uur, De Oosterpoort, Groningen
10 feb: 21.00 uur, Luxor Live, Arnhem
11 feb: 20.30 uur, Korzo, Den Haag
12 feb: 20.15 uur, De Doelen, Rotterdam
13 feb: 20.00 uur, Vredenburg Leeuwenbergh, Utrecht