'Muziek zonder grenzen, verhalen zonder tijd.' Onder die noemer trad Boi Akih, het duo van zangeres Monica Akihary en gitarist/componist Niels Brouwer, zondagavond op in het Bimhuis, bijgestaan door een vijftal muzikale gasten die weliswaar afkomstig waren uit vele windstreken, maar overduidelijk jazz en impro als gemene deler hebben. Ook het instrumentarium wees nadrukkelijk in die richting, met het drumstel van Mike Reed, de trompet van Peter Sumoah, de tuba van Fanny Meteier en de basklarinet van Hélène Duret.
Het is vast de scepticus in mij die bij 'zonder grenzen' en 'zonder tijd' meteen denkt aan glad ijs. Zonder enige verankering in ruimte en tijd is het risico van luchtfietserij immers allesbehalve een abstractie. Maar Niels en Monica hebben al vaker bewezen in artistiek opzicht een niet alleen avontuurlijke maar ook heldere koers te varen, dus ik besloot mijn oordeel uit te stellen.
En in eerste instantie werkte de 'abstractie' beslist betoverend. Zeker als je je ogen sloot, was het alsof de zeven muzikanten zich in een virtueel stikdonkere ruimte als het ware op de tast aan het oriënteren waren, puur en alleen op grond wat ze van elkaar en de ruimte konden horen. Als ze elkaar dan 'vonden' en de verschillende partijen als bij toverslag in elkaar haakten, ging er bijna een zucht van verlichting door de zaal. Prachtig!
Maar voor deze luisteraar althans waren die momenten van opwinding en grote schoonheid, waarin het ensemblespel je hemelwaarts liet meezweven, gaandeweg het concert uiteindelijk toch net iets te schaars, of liever gezegd: de 'abstracte' fasen te lang(dradig) om te blijven boeien.