Zakir Hussain is overleden op 73-jarige leeftijd - 1951-2024 Interview uit 1994 bij wijze van In Memoriam dinsdag 17 december, 2024

Op 15 december 2024 is Zakir Hussain overleden aan de gevolgen van een longziekte. We zagen hem de laatste jaren regelmatig op Nederlandse podia, met zijn eigen formaties en met de legendarische formatie Shakti. In 1994 interviewde Huib Schippers de Indiase slagwerker, in Californië, waar Hussain toen al lange tijd woonde en net op weg was naar een repetitie met Mickey Hart's Planet Drum.


Zakir Hussain 1994, tijdens 'Het Slagwerkfestival' - foto door Tineke van Brederode


ZAKIR HUSSAIN - 
WERELDPERCUSSIONIST

Interview (1994) - door Huib Schippers


Binnenkort doet hij Nederland weer eens aan. 's Werelds bekendste tablaspeler. Deze keer niet met John McLaughlin of Jan Garbarek, maar in klassiek Indiase bezetting, in het Amsterdamse Tropeninstituut, op 6 mei 1994.

We bezochten Zakir Hussain op de ranch van Grateful Dead-drummer Mickey Hart in Californië, beginnend aan de opnamen voor de nieuwe cd van het Planet Drum Ensemble.

Hussain (44) is zoon van de legendarische tablaspeler Alla Rakha, en de jongste percussionist die ooit de prestigieuze titel Padma Shri kreeg en de Sangeet Natak Akademy Award. Wonderkind, solist en begeleider van vrijwel alle grote namen uit de Indiase muziek. Maar ook Indiase hippie in Amerika, leider van de Diga Rhythm Band in de jaren zeventig en de Zakir Hussain Rhythm Experience in de jaren tachtig. Een gesprek met een wereldpercussionist op reis.

 

Zakir Hussain blijkt de droom van iedere luie journalist. Een druk op de knop van de cassetterecorder, en hij spreekt. Urenlang, indien gewenst. En wat hij zegt is ook nog samenhangend, weldoordacht, interessant, en met precies de juiste dosis afstand en humor. Hij bedenkt zelfs de setting van het interview: een muzikale reis door Noord-Californië. Doodeng. De man is sociaal zo vaardig, dat je nooit weet wat gladde p.r. is en wat de `echte' Zakir Hussain.

We bevinden ons in een monoloog voor één heer, in een rijdend bestelbusje vol trommels, met een interviewer die heel af en toe een duit in het zakje mag doen. Hussain begint gewoon bij het begin: `Nou, we rijden dus met een kilometer of negentig over Highway 101 in noordelijke richting. Het is een prachtige, zonnige middag in Californië en we zijn op weg naar de ranch van Mickey Hart, waar hij een nieuwe studio heeft gebouwd, om een beetje rond te kijken en misschien wat opnamen te maken.'

'Ja, in deze buurt is het allemaal gebeurd, aan het einde van de jaren zestig: het barsten van een zeepbel met nieuw bewustzijn. Allerlei popartiesten hingen hier rond. Ravi Shankar trad hier op tijdens het Monterey Popfestival, met mijn vader op tabla. Dat was een van de beste sets van het festival, met allerlei grootheden als Janis Joplin, Otis Redding, The Mamas And The Papas, èn de Grateful Dead met Mickey Hart.

'Mickey Hart is een van de drijvende krachten achter de huidige interesse voor allerlei vormen van percussie. Ik ken hem al meer dan twintig jaar. In 1972 was ik een Indiase hippie - ik had haar tot over mijn schouders en een baard - en woonde ik op zijn ranch, in de schuur. Hij droomde ervan om er een studio te bouwen. Op een gegeven moment pikte Mickey ergens een oude 16-sporentafel op de kop. Met een oude pick-up truck hebben we die toen opgehaald en nog voordat onze technicus Dan Healey alles had aangesloten, waren we al als bezetenen op allerlei vormen en maten van trommels aan het slaan. Vier dagen en nachten lang werd er zonder ophouden door een of meerdere mensen in die schuur gedrumd, als een soort initiatie-rite. Daar werd de basis gelegd voor Mickey's eerste album, Rolling Thunder, genoemd naar het Indiase opperhoofd. Nadat we een beetje uitgeslapen waren, zijn we Chief Rolling Thunder zèlf gaan halen om de ruimte in te wijden. Die inwijding is aan het begin van de lp te horen.'


FUSION
`Een paar jaar later, in 1976, maakten Mickey en ik ons eerste fusionalbum, Diga. Maar eigenlijk gaat fusion nog veel verder terug: Indiase filmmuziek is bijvoorbeeld fusion, en was dat ook al in de jaren veertig. Toen kwamen de fusion-jazz, new age-muziek, ethnic music, en nu world music. De muziek is in wezen eigenlijk niet echt veranderd, maar er is wel meer bereidheid onder mensen om serieus naar muziek uit allerlei andere culturen te kijken en luisteren. Dat is een belangrijke verandering, en een hele goeie.'

Hoe kwam je eigenlijk in Amerika terecht?

`Toen ik dertien, veertien was, was ik een soort kindsterretje in India. Ik speelde toen al met mensen van het niveau van Sitara Devi en Birju Maharaj, Shiv Kumar, V.G. Jog, een hoop van de grote namen uit de klassieke Indiase muziek en dans. Voor het publiek kon ik het niet fout doen; ze vonden alles wat ik speelde als teenager fantastisch. Maar toen ik een jaar of achttien was, ging de magie er een beetje af. Plotseling verwachtten de mensen dat ik kon spelen als een volwassen, rijpe tablaspeler. En omdat iedereen daarvoor alles wat ik deed altijd mooi had gevonden, had ik niet echt gewerkt aan de ontwikkeling van mijn spel. Dus het publiek werd kritisch, de recensies werden slechter en ik ging me onzeker voelen. Het probleem was dat ik eerst wel van mijn vader geleerd had - ik moest als een soort gezel bij hem op het podium zitten, zoals we dat in India meestal doen - , maar dat hij daarna constant op tournee was met Ravi Shankar. Zo kon ik dus niet zien hoe ik me verder moest ontwikkelen. Ik zat dus een beetje vast. Ik werd boos en gefrustreerd.

`Toen kwam Aashish Khan, de zoon van Ali Akbar Khan, en die vroeg me met hem mee te gaan op tournee. Ik zei meteen ja. We speelden in Europa en het was weer als vanouds. Iedereen zei: Wauw, kijk eens naar die jongen; hij speelt echt te gek. Toen, op een dag, belde Ravi Shankar. Mijn vader was ziek geworden en of ik met hem kon spelen in New York. Ik vloog naar Amerika en speelde een paar concerten met hem. En ik werd verliefd op Amerika. Ik herinner me nog goed dat Ravi Shankar op een ochtend mijn hotelkamer binnenkwam met de televisiegids. Hij had aangekruist wat ik allemaal moest bekijken op al die verschillende kanalen. Ik was in de zevende ether. En ik dacht, dit is wat ik wil. Ik wil een rockster worden.'

 

MUZIKAAL LUILEKKERLAND
`Ik kon toen een baantje krijgen aan de universiteit in Washington, als docent. Dat was best moeilijk. Ik had geen idee hoe ik les moest geven. Ik wist zelf niet goed wat ik deed. In India leggen de leraren nooit uit wat je moet doen en waarom. Ze zeggen gewoon: oefen maar, dan vind je het vanzelf wel uit. Daar kwam ik in contact met allerlei soorten andere muziek. Er was les in Afrikaanse muziek en gamelan naast mijn lokaal, en in muziek uit het Midden-Oosten om de hoek, en er stonden vijftigduizend tapes met muziek uit alle uithoeken van de wereld in de bibliotheek. Een muzikaal luilekkerland. Dus ik begon me in te graven in al die muziek; dat was het begin van mijn interesse in muziek uit de hele wereld.

`In de zomer ging ik naar Californië, waar Ali Akbar Khan zijn College had geopend, en waar Aashish een rockband had. Ik speelde met hem in allerlei nachtclubs, maar dat was ook niet alles: bloedende handen van te veel en te hard spelen, suizende oren van de versterking. Dus toen Ali Akbar Khan vroeg of ik zijn vaste begeleider wilde worden, zei ik al gauw ja. Vooral ook omdat mijn vader zei dat het goed voor me zou zijn. Hij zei dat ik er veel van zou leren.

`Dat was waar. Ik speelde opeens met een van de grootste musici uit India, dag in dag uit. En zonder dat hij ook maar iets zei, leerde ik allerlei dingen van hem. Hoe je opbouwt, hoe je spontaan reageert op de instrumentalist, maar ook dat je niet per se met elke solo een applaus hoeft uit te lokken. Dat was precies wat ik nodig had. De basis om vanuit de traditie naar iets nieuws te bouwen. Dat zit ook in de Indiase traditie zelf: de muziek is grotendeels geïmproviseerd, en laat zo ruimte voor constante verandering.

`Indiase muziek heet dan wel traditionele muziek te zijn, maar het lijkt niet meer op wat het vijftig jaar geleden was. In instrumentale muziek ligt dat aan drie musici: Ravi Shankar, Vilayat Khan en Ali Akbar Khan. Bij zang zijn het Amir Khan en Bade Ghulam Ali Khan geweest. En in ritme Kishan Maharaj, Samta Prasad en mijn vader, Alla Rakha, hoewel er nu ook een belangrijke nieuwe lichting uit Bengalen komt.

`Ik ben zelf ook beïnvloed door andere tablaspelers, zoals de legendarische Ahmed Jan Thirakwa. In solo's speel ik ook regelmatig materiaal van die oude meesters. Dat kondig ik dan ook keurig aan. Zo werkt de traditie. Maar ook in benadering word je beïnvloed door het spel van andere meesters. Als ik iets van Thirakwa speel, dan zie ik hem ook voor me; hij kwam regelmatig op bezoek bij mijn vader en ik heb hem vaak zien spelen.'

 

RITMISCHE CYCLI
`Alles wat ik van mijn vader heb geleerd was tussen mijn vierde en mijn twaalfde. daarna was hij steeds op tournee. Maar gedurende die tijd was het heel geconcentreerd. En het was een goede tijd, want wat je leert op die leeftijd blijft ook hangen. Hij kwam 's nachts thuis van vrienden of een concert, en maakte me wakker, om een of twee uur in de nacht. En dan begon hij ritmes te spreken: tirekite dha tirekite dha dha gin te dha. En dan vroeg hij hoe je dat in een cyclus van zestien tellen kon passen. Ik was vijf! En dan begon hij allerlei variaties te bedenken en op te zeggen, terwijl hij de cyclus aangaf door met zijn hand op mijn been te slaan, dat langzamerhand steeds roder werd. Zo heeft hij de ritmes er bij wijze van spreken in geramd.


'Aan mijn techniek heeft hij nooit zoveel gedaan. Wat dat betreft heb ik veel geleerd van mijn vaders leerlingen, die de hele dag bij ons thuis oefenden. Maar mijn vader gelooft ook dat iedereen zijn eigen techniek moet ontwikkelen, want iedereen heeft een ander type handen. Sommigen hebben een sterke diredire. Ik niet. Ik kan het wel spelen, maar mijn kracht ligt meer in tirekite, dine dine, en kaida's, dus daar heb ik mijn stijl omheen ontwikkeld. Zo wil ik ook dat mijn leerlingen zich ontwikkelen.

`Toen ik jong was, heb ik ontzettend veel zitten studeren. Na een paar jaar werd ik al toegelaten tot de leerlingengroep van mijn vader. En ik zat op school, of thuis, constant ritmes uit te zoeken. Ik was negentig procent van de tijd met ritme bezig. En zelfs toen ik veel op begon te treden als tiener, oefende ik nog uren per dag. En ik kan gemakkelijk dingen onderhouden. Dat is een groot geluk; zo ben ik geboren.'

Je noemt wel allerlei termen, maar hoe zit dat eigenlijk in elkaar, die Indiase ritmes. En hoe bouw je een tablasolo op?
`We werken met ritmische cycli in India, niet met lineaire ritmes. Centraal in die structuur staan sam en kali respectievelijk de hoofdnadruk en een onbenadrukte tel. Sam zit altijd op de eerste tel; kali zit meestal halverwege de cyclus. Als je je voorstelt dat je een cirkel rondgaat, waarop je steeds op dezelfde plaats die sam en kali tegenkomt, en secundaire nadrukken op andere plaatsen, dan wordt het patroon steeds vertrouwder; zo vestigt het idee van een cyclus zich in je hoofd en wordt het een soort tweede natuur.'


WANDELING
`Een solo is voor mij alsof je een wandeling maakt. Je kan onderweg allerlei dingen tegenkomen: eekhoorntjes, bloemen, een meertje om in te zwemmen. Dat zie je ook in het gezicht van een tablaspeler. Ikzelf visualiseer in ieder geval altijd dingen. Een tablasolo is altijd een reis: soms een rustige, soms een wilde. Je gaat door allerlei emoties heen, binnen het patroon van de cyclus.

`Verder is er een formele structuur. Eerst is er iets dat peshkar heet, dat heeft het gevoel van een rituele opening. Dan neem je kaida's, thema's, waaruit je volgens de regels van de traditie nieuwe patronen maakt. Daarna speel je traditionele composities van oude meesters, zoals ghats, parans, chakradars, tihais: materiaal waarmee je eer bewijst aan de mensen die je beïnvloed hebben. Daarna krijg je rela. In dat gedeelte heb je grote vrijheid om te experimenteren en je van je beste kant te laten zien.'


Waar ben je op het ogenblik mee bezig?
`Ik heb een solo-album gemaakt op ECM, Making Music, waarop ook andere Indiase en jazzmusici meespelen. Toen heb ik met Mickey Hart At the Edge gemaakt, en daarna Planet Drum, en nu de nieuwe waar we vandaag aan werken. Verder doe ik muziek voor films, zowel Indiase als Britse. En ik heb nu mijn eigen label, Moment Records, waarop we al een aardig aantal titels hebben uitgebracht. We doen fusionpercussie en live-opnamen van Indiase klassieke muziek. Het loopt lekker. Zakir Hussain and the Rhythm Experience heeft nummer zes gehaald in de Billboard World Music Charts. We zijn nu bezig met een cd van oude opnamen van Shakti met John McLaughlin.


'Maar de concerten met Indiase klassieke muziek, die blijven mijn eerste liefde. Ik doe nog steeds honderdveertig tot honderdzestig concerten per jaar, over de hele wereld. En ik blijf er verbazend gezond bij. Muziek geeft me energie, en verder doe ik aan yoga, aan meditatie, en blijf ik af van de chemische verleidingen waar ik veel van mijn collega's voor en aan heb zien bezwijken. Ik kan zo nog jaren doorgaan.'

Dit interview is eerder verschenen in Slagwerkkrant 61, mei-juni 1994.

Shakti speelde in 2023 nog op het North Sea Jazz Festival. Dit zijn beelden uit de tournee dat jaar: 


meer nieuws
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
woensdag 1 januari, 2025
De concerten, festivals, boeken en albums van 2024 - en de wensen voor 2025
donderdag 26 december, 2024
De beste world music albums van 2024 volgens de redacteuren van MixedWorldMusic
donderdag 26 december, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
zondag 1 december, 2024
Aanstekelijke etnopop door Pools-Oekraïens samenwerkingsverband
donderdag 21 november, 2024
Aartsvader van de trekharmonica bezoekt gelukkig weer eens de lage landen
zaterdag 2 november, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
vrijdag 1 november, 2024
Jubilerend platenlabel blikt liever vooruit dan terug
dinsdag 29 oktober, 2024