Shirma Rouse met het ZO! Gospel Choir (foto Eric van Nieuwland)
Sheila Sitalsing en Ronald Snijders met het Metropole Orkest (foto Eric van Nieuwland)
Hawa Kassé Mady Diabaté van Trio da Kali (foto Eric van Nieuwland)
Bia Ferreira (foto Eric van Nieuwland)
IJzersterke set van Somi (foto Eric van Nieuwland)
Shakti met vlnr Zakir Hussain, Ganesh Rajagopalan, Shankar Mahadevan, John McLaughlin en Selvaganesh (foto Klaas Jan Stol)
Reportage over drie dagen Sounds of Diversity op North Sea Jazz 2023 Shakti, Somi, Salif en The Diaspora Suite - en nog veel meer! maandag 10 juli, 2023

Een week na Keti Koti is daar North Sea Jazz, met als centraal thema 'Sounds of Diversity, a Shared Musical Heritage': tal van concerten gedurende drie festivaldagen die in het teken staan van de erfenis van slavenhandel en de koloniale tijd. De grand opening van het festival met The Diaspora Suite gaf meteen aan dat dit thema een prachtige, ontroerende keuze was. Naast dit thema waren er natuurlijk tal van ‘gewone’ concerten. Charlie Crooijmans doet uitgebreid verslag!

Sheila Sitalsing en Ronald Snijders met het Metropole Orkest (foto Eric van Nieuwland)

Sounds of Diversity - The Diaspora Suite
Zangeres en presentatrice Pink Oculus kondigt samen met Mike Bindraban, curator en mede-initiator van het overkoepelende Sounds of Diversity-thema van dit jaar, The Diaspora Suite aan. De suite, ter herdenking van 160 jaar afschaffing van de slavernij, krijgt terecht een prominente plek in de programmering van het North Sea Jazz. Het Metropole Orkest (MO) onder leiding van Jules Buckley is de verbindende factor van het volle programma.


Shirma Rouse met het ZO! Gospel Choir (foto Eric van Nieuwland)

Als eerste komt het ZO! Gospel Choir op met Shirma Rouse. Een spirituele gospel klinkt, en de frase 'I go to prepare a place for us' kun je bijna letterlijk nemen, want achter de coulissen staan nog meer krachtige en mooie stemmen die de ruimte komen innemen. Het geheel is vrij sober van aard, tussen de muziek door is het donker en stil. Soms moet je raden wie wie is omdat de artiesten niet worden aangekondigd. Alleen Corinne Bailey Rae roept Laura Mvula terug op het podium. Arooj Aftab herken je natuurlijk meteen aan haar warme, ruimtelijke stem, die ietwat ontkracht wordt door het lieflijke spel van harp en violen. Spoken word artiest Zia Ahmed doet het zonder het MO en er klinkt alleen percussie en samples.

Liederen worden afgewisseld met teksten uit werken van Anton de Kom, Anil Ramdas en Joceline Clemencia, voorgelezen door Glenn Helberg, Karin Amatmoekrim en Sheila Sitalsing, die weer worden begeleid door respectievelijk Vernon Chatlein op grote trom en berimbau, Sarathy Korwar op tabla en Ronald Snijders op dwarsfluit. De laatste schuift ook aan bij de geweldige saxofonistes Camilla George en Cassie Kinoshi, en jazzviolisten Shauntell Baumgard en Yannick Hiwat. Natuurlijk klinkt er kaseko door, maar dat is pas wanneer Glenn de Randamie (Typhoon) en Akwasi het publiek als één man laten opstaan en dansen. Al met al een sterk programma met prachtige en ontroerende momenten, van passend sober tot verbindend feestelijk.

The Diaspora Suite is in zijn geheel terug te kijken op NPO Start


Bia Ferreira (foto Eric van Nieuwland)


Sharamanaya, roept Bia Ferreira
Bia Ferreira is een activist in hart en nieren; zo wordt ze aangekondigd in het programmaboekje van North Sea Jazz. En inderdaad, op het podium van het Mississippi-podium zit ze, geflankeerd door Priszila Azevedo op accordeon en keyboards en Marcelo Araujo op drums, als een felle tijger gitaar te spelen en te rappen. Als een vuurspuwer spuit ze de woorden uit haar mond, met een intense blik, alsof ze elk moment kan aanvallen. Haar liederen gaan over de liefde, maar zijn hoe dan ook geëngageerd. Als zwarte Braziliaanse lesbische vrouw strijdt ze tegen racisme en is ze betrokken bij de lgbti+-beweging. De muziek past goed bij haar karakter, van funk tot raggamuffin. Ze krijgt het publiek heel makkelijk mee, dat zonder moeite meezingt.

Ze wijst erop dat Brazilië niet het vrolijke carnavalsland is zoals het bij iedereen bekend staat, maar dat er sprake is van systematisch racisme, waarbij elke vijfentwintig minuten een zwarte jongen wordt vermoord door de corrupte politie. Ze citeert Elza Soares: 'A carne mais barata do mercado é a carne negra' (Het goedkoopste vlees op de markt is zwart vlees). Het is heftig, maar nog steeds waar. Ook het lied tegen het kolonialisme zorgt voor ongemak. 'A conta vai chegar' (De rekening komt nog), zingt ze. Het doet me denken aan een optreden van de jonge Eddy Murphy als stand-upcomedian, waarbij hij het (witte) publiek 'Kill the white people' mee liet zingen. Het is heftig, maar Bia laat ons de vlag van de liefde hijsen en 'nee' zeggen tegen racisme! Zeg 'nee', ook als iemand wordt gepest vanwege zijn huidskleur. Het fantastische optreden eindigt met een zelfverzonnen woord: 'Sharamanaya' (wat goed is blijft, wat slecht is gaat weg) - dat als een hymne nog lang naklinkt.

Tip: In de eerste aflevering van de podcast Latin Impact met Nina Jurna wordt het lied Cota Não é Esmola van Bia Ferreira besproken met Lilian Vieira.

Hawa Kassé Mady Diabaté van Trio da Kali (foto Eric van Nieuwland)

Strijkstokken als raceauto's over de snaren bij Trio da Kali & North Sea String Quartet
Het Trio da Kali & North Sea String Quartet bracht het repertoire dat het Malinese supertrio eerder samen met het Kronos Quartet speelde, ooit samengebracht door voormalig BBC-radiomaker Lucy Duran. Die partituren zijn vrijgegeven en ieder strijkkwartet kan ermee aan de slag. Als je het album kent, is het een feest van herkenning, maar live klinkt het elke keer anders, vooral door de improvisaties in de solo's. De opstelling is zeer effectief. Zangeres Hawa Kassé Mady Diabaté staat in het midden en weet je met haar fantastische stem - wat ze ook zingt - altijd te overtuigen. Ze ziet er trouwens heel cool uit in haar wijde streepjesgewaad, minimale dansbewegingen en strakke shekere-spel.

Aan weerszijden staan de leden van het strijkkwartet: George Dumitriu en Pablo Rodríguez op viool aan de linkerkant van Hawa Kassé, en Yanna Pelser op altviool en Thomas van Geelen op cello aan de rechterkant. Soms lijken ze wat aarzelend te spelen, maar dat kan te wijten zijn aan de aard van het stuk. Meestal spelen ze vol vuur met strijkstokken die als raceauto's over de snaren zoeven, interlocken, of als een drone aaneensluitende strijken. Ook in de solo's wijken ze af van hun klassieke achtergrond en klinken ze zelfs jazzy. Daar kan Lassana Diabaté op zijn balafon ook wat van. Hij oogst steevast luid applaus met zijn solo's. Hij staat uiterst links op het podium en uiterst rechts zit Mamadou Kouyaté op een barkruk met zijn bas-n'goni, die ervoor zorgt dat het geluid niet te netjes klinkt. Dat vette, smeuïge n'goni-getokkel contrasteert mooi met de cello. Voor wie dacht dat dit een voortkabbelend geheel zou zijn, heeft zich dus schromelijk vergist.

Stevige Ethiopique-achtige nummers bij Minyeshu
Met de tienkoppige band van Minyeshu - drie backing vocals, twee saxofoons, drums, bas, toetsen, gitaar en percussie - is het podium van Mississippi lekker gevuld, en het geluid is behoorlijk stevig - vooral door die baritonsax. Minyeshu komt op in een opvallend groen pak en begint meteen met een hoge tonggil en de schouderdans. De nummers die ze spelen zijn afkomstig van haar vijfde album Netsa (2022). De band speelt ruig en swingend, en de stem van Minyeshu is grillig, typisch in Ethiopische stijl.

Tussendoor worden er ook wat langzamere nummers gespeeld, zoals het prachtige Qulef, waar Minyeshu's stem mooi contrasteert met de warme klanken van de piano en bamboe dwarsfluit, en de wals Fiker die een ode is aan haar moeder en dochter. Ze brengt ook een lied waar Oost- en Zuid-Afrika samenkomen. Maar het publiek waardeert toch meer de steviger Ethiopique-achtige nummers. Minyeshu geeft ons ook wat weetjes mee. Zo heeft het alfabet (fidel) in Ethiopië 115 tekens, en is buna het eigenlijke woord voor koffie. De Arabica-plant is ontdekt in de regio Kaffa, vandaar dat we het woord 'koffie' gebruiken. Buna komt van haar eerste album Dire Dawa (2008), evenals Wosenko dat het optreden tot een knallend eind brengt. Echt goed dat ze die song nog op het repertoire heeft staan!

Bijzondere verhalen, improvisaties en klankkleuren van Boi Akih
De Missouri is het podium waar je volgens moderator Koen Schouten de meer bijzondere, in theorie ontoegankelijke muziek hoort. De kersverse Boy Edgar-prijswinnaar Monica Akihary treedt er op, samen met haar onafscheidelijke partner Niels Brouwer, Dodó Kis op blokfluit, Sekou Dioubaté op kora en percussie, Nora Mulder op kistorgel, en special guest I Made Subandi uit Bali op gendèr en percussie.

Boi Akih brengt het nieuwe album From and to Infinity ten gehore, een compositie van Niels Brouwer die oorspronkelijk geschreven is voor een zeventigkoppig bamboefluitorkest op Ambon. Het is daar uitgevoerd, maar Brouwer heeft de compositie aangepast, zodat het in het Orgelpark in Amsterdam uitgevoerd kon worden voor een kleinere bezetting. Gelukkig bestaat er zoiets als een kistorgel, zodat het werk ook op andere podia te horen is. Natuurlijk is het kistorgel (net als de gitaar en de kora) aangepast om te voldoen aan de Boi Akih-esthetiek. Die esthetiek is niet voor iedereen altijd navolgbaar. Normaal gesproken, als je toch liever naar een concert van een of andere jazz- of soulmastodont wilt gaan, wacht je even tot het nummer is afgelopen, maar Boi Akih speelt onafgebroken door, waarbij pakkende melodieën en ritmes worden afgewisseld met een abstracte, in elkaar verknoopte wirwar van getokkel en gamelangetingel. Je ziet een aantal mensen schuifelen op hun stoel en bij weer zo'n wirwar vluchten ze snel de zaal uit.

Soms klinkt het alsof die wirwar opstijgt en dan mis je toch een bas, of een anker, hoewel de stem van Akihary dat vaak kan opvangen. Ook valt Dodó Kis zeer in de smaak met haar uitgekiende blokfluitspel. Het publiek dat blijft zitten, wordt dus getrakteerd op bijzondere verhalen, improvisaties en klankkleuren, én op een van de mooiste Boi Akih-liederen: Salo Au, geschreven ter ere van Akihary's moeder. Na afloop zijn er bloemen en champagne voor Akihary, die dit jaar ook een van de curatoren is op het festival.

De stem van Salif Keita is nog even sterk
Het is niet te geloven. Salif Keita kondigde zijn afscheid aan in 2019 met zijn laatste album Un Autre Blanc, en vandaag staat hij voor het eerst op het North Sea Jazz, in de Amazon-zaal die tot de nok toe gevuld is. Ook het podium staat vol, met jonge, energieke muzikanten die met veel plezier optreden. De stem van Keita is nog even sterk en met zijn 73 jaar heeft hij (nog) geen stoel nodig. Volgens mij bewoog hij zich zelden uitbundig op de podia, wat waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat hij (bijna) blind is door zijn albino-zijn.

Na de eerste twee nummers maant Keita ons om te gaan staan en te dansen: 'Please, come on, you have to dance, it's African music!' Het publiek geeft meteen gehoor, iedereen staat op om te dansen. Zijn muziek moet je niet alleen horen, maar ook voelen, net zoals de kalebas van Mamadou Koné die je letterlijk voelt kloppen op je borstkas. De nummers zijn uitgesponnen, maar er gebeurt van alles. Drie van de negen muzikanten vallen speciaal op: de charmante zangeres Bah Kouyaté, die ook een geweldige stem laat horen in haar leadzang, de gitarist Madou Tounkara die grapjes maakt met het publiek terwijl hij geweldig staat te soleren, en de koraspeler Mamadou Diabaté, volgens Keita de beste van de wereld. Wie erbij is, mag zich gelukkig prijzen.

 IJzersterke set van Somi (foto Eric van Nieuwland)

Liefdesbrief van Somi aan Miriam Makeba
De Amerikaanse Somi, dochter van immigranten uit Oeganda en Rwandaa, presenteert haar achtste album in de Madeira-zaal. Ze heeft een all-starbezetting bij zich met Linda Sikhakhane op saxofoon en fluit, Liberty Ellman op gitaar, Toru Dodo op piano, Ben Williams op bas en Otis Brown III op drums. Het album, Zenzile: The Reimagination of Miriam Makeba, is een ode aan de Zuid-Afrikaanse superster Miriam Makeba (1932-2008). Makeba was een fervent anti-apartheidsactiviste en slaagde er als eerste in om Afrikaanse muziek op de wereldpodia te laten klinken. Het programma is een liefdesbrief van Somi aan Makeba.

Somi zingt met haar prachtige stem, die een enorm groot bereik heeft en verschillende klankkleuren kan aannemen, in het Engels, Xhosa en Swahili. Een van de hoogtepunten is de ode aan vriendschap en sisterhood tussen Miriam Makeba en Nina Simone (ze waren boezemvriendinnen) in het nummer House of the Rising Sun. Ook het liefdeslied waarbij Somi slechts wordt begeleid door piano is wonderschoon, en emotioneel voor Somi zelf.

Alles klopt in dit concert: de arrangementen, de solo's, alles wordt waanzinnig goed gespeeld. Het laatste lied, Pata Pata, is meteen herkenbaar. De woorden worden niet uitgesproken, maar in je hoofd klinken ze wel. Nog voordat de muziek stopt, staat het publiek op en blijft klappen tot het einde. Somi laat ons verrukt achter.

Sounds of Diversity: Palm & Plaate
Op de derde dag van het North Sea Jazz brengt het Metropole Orkest (MO) met Palm & Plaate op het Maas-podium een ode aan het oeuvre van de legendarische Curaçaose componisten van de Palm-familie en Rudy Plaate. De stukken uit dit klassieke repertoire worden enthousiast ingeleid door pianist en arrangeur Randal Corsen. Jan Gerard Palm (1831-1906) is de eerste componist die klassieke Curaçaose muziek en dansmuziek heeft geschreven, en hij heeft het stokje doorgegeven aan de volgende generaties in de familie Palm. Plaate (1937) schreef als eerste liederen in het Papiamentu over het eiland.

De muziek is een mengeling van Europese, Joodse en Afrikaanse cultuur, waar het MO onder leiding van Dirk Brossé uitstekend mee overweg kan. Met name Martijn Vink, de drummer van het orkest, speelt moeiteloos een vette tumba. Percussionisten Pernell Saturnino en Roël Calister hoeven hem niet te op te vangen. Jean-Jacques Rojer geeft met zijn gitaar en cuatro een latin of Spaanse klankleur aan de muziek. Corsen belooft om het wat jazzy te maken, wat goed te horen is in zijn wervelende pianosolo's. De zangeressen Maruja Bogaard, met een zware vibrato, en Izaline Calister, met een geweldige podiumpresence, zingen bekende liederen, die soms worden meegezongen. De sfeer wisselt af tussen weemoed en (bijna Cubaanse) feestmuziek. Corsen roept op om hier op het North Sea Jazz een traditie van te maken, waar ik het helemaal mee eens ben, maar dan liever met muziek van nieuwe Curaçaose componisten.

Fuensanta Méndez' muziek is lichtvoetig, absurdistisch en vrolijk, en soms zwaar
Het Nederlands-Mexicaanse Fuensanta Méndez & Ensamble Grande bestaat uit een nieuwe generatie kosmopolitische jazzmuzikanten. Hier krijgt jazz een geheel andere dimensie. We betreden de wonderlijke wereld van Fuensanta Méndez en verbazen ons over haar muzikale vondsten. De poëzie en teksten van Fuensanta over liefde en geweld in Mexico staan centraal, en alles wat eromheen gebeurt staat in dienst van de tekst.

Niet alleen is de bezetting uitzonderlijk: Fuensanta zingt de lead, bespeelt de contrabas en een Mexicaans gitaartje. Er is ook een prachtig close-harmonykoor van vier personen, elektronica, altsaxofoon en trompet die ongewone geluiden voortbrengen, en twee drummers. Bovendien is de structuur van de werken verrassend. Soms is de muziek lichtvoetig, absurdistisch en vrolijk, alsof je vanaf een blauwe wolk naar beneden kijkt naar wat er op aarde gebeurt. Op andere momenten heeft de muziek een wat zwaarder karakter door de shamanistische drums van Sun-Mi Hong, maar er klinkt nog steeds optimisme doorheen. Hoewel het heel intuïtief en vrouwelijk is, doet Fuensanta me een beetje denken aan Zappa.

Shakti met vlnr Zakir Hussain, Ganesh Rajagopalan, Shankar Mahadevan, John McLaughlin en Selvaganesh (foto Klaas Jan Stol)

Meesterlijk optreden van Shakti
Soms is het lastig kiezen tussen de optredens die op de verschillende podia gelijktijdig plaatsvinden. Er is zo veel gaande op het gebied van nieuwe jazz, met dit jaar veel vrouwelijke acts. De keuze voor een groepje mannen op leeftijd is misschien niet aantrekkelijk voor de jonge generatie of voor mensen die nieuw talent willen ontdekken, maar luister: het concert van John McLaughlin's Shakti steekt zonder twijfel boven alles en iedereen uit.

Het is 54 jaar geleden als gitarist John McLaughlin (81) samen met tablaspeler Zakir Hussein 'als een stel hippies' de band Shakti opricht. In 1997 sluit zanger Shankar Mahadevan zich aan, en zijn violist Ganesh Rajagopalan en mridangam- en kanjira-speler Vinayakram Selvaganesh de new kids on the block. Stuk voor stuk laten deze musici zien wat muziek maken is. Het ligt niet alleen aan hun virtuositeit - waar geen enkel gebrek aan is - maar ook aan hun vermogen om naar elkaar te luisteren, elkaar uit te dagen en constant betrokken te zijn. Het spelplezier dat ze uitstralen terwijl ze zittend op elkaar reageren, is een lust voor het oog, oor en hart. Het publiek doet enthousiast mee. We zien hoe de tala (ritmische cycli) in elkaar zit, we horen dat ze ondanks de 'wiskundige' capriolen altijd op de sam (eerste tel) uitkomen. En het is prachtig om te zien dat McLaughlin de Indiase muziektraditie echt begrijpt, terwijl de Indiase musici de traditie ook loslaten door te reageren op zijn vingervlugge solo's en gruizige undergroundrifjes. Het is een meesterlijk optreden dat nog lang zal blijven nazinderen.


meer nieuws
Het indrukwekkende album Naamu nu live uitgevoerd
vrijdag 19 april, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
maandag 1 april, 2024
18-19 mei Park Brakkenstein Nijmegen - 20 mei, 2e Pinksterdag De Lindenberg Nijmegen
vrijdag 29 maart, 2024
Betoverende samenzang in de Amstelkerk
maandag 11 maart, 2024
Soloconcert van Nani Vazana in de Roode Bioscoop
zondag 10 maart, 2024
Plus de Transglobal World Music Chart Top-40
vrijdag 1 maart, 2024
Uitverkochte Cloud Nine zaal op stelten gezet
maandag 19 februari, 2024
In Amsterdam, Utrecht en Den Haag tussen 8 maart en 22 juni 2024
woensdag 14 februari, 2024
Daverend optreden bij De X
maandag 12 februari, 2024
Tref begeleidt balfolk in De Omval
dinsdag 6 februari, 2024