De accordeonist Renato Borghetti komt uit Rio Grande do Sul, een provincie in het zuiden van Brazilië, grenzend aan Uruguay en Argentinië. Dit hele gebied is het thuisland van de gaucho's (veehouders). Borghetti woont in de hoofdstad Porto Alegra, maar heeft ook een boerderij in Barra do Ribeiro. Op het podium ziet hij eruit als een typische gaucho. Dat kun je binnenkort zelf zien, want deze maand geeft hij een tweetal optredens in Nederland in het kader van Festival De Accordeonslag. Tijd om te bellen met deze virtuoze 'accordeoncowboy'.
door Charlie Crooijmans
Renato Borghetti deed iedereen weer versteld staan met zijn nieuwe album Andancas. Ongetwijfeld zal veel van het materiaal van die cd klinken tijdens de twee optredens in Nederland, 24 maart in Amsterdam en 25 maart in Utrecht. We vroegen Borghetti naar zijn muzikale achtergronden en zijn instrument, de diatonische accordeon.
Kun je het boerenleven wel combineren met het muzikant-zijn?
‘Op de eerste plaats ben ik een professionele muzikant en daardoor vaak op reis. Er werken gewoon mensen voor mij op de boerderij. Maar ik ben er graag en het is ook de plek waar ik mijn dvd Fandango heb opgenomen.’
Waarom heb je gekozen voor de gaita ponto?
‘De gaita ponto (diatonische accordeon) heeft voor mij gekozen! Ik kom niet uit een muzikale familie en mijn ouders gaven mij op m’n 11de een gaita ponto, een echte uit een speelgoedfabriek. Spelenderwijs ben ik erachter gekomen dat er muziek uit kwam. Ik heb hem trouwens nog steeds, maar ik speel er niet meer op. In het zuiden van Brazilië heb je speciale centra, CTG (Centros de Tradições Gaúchas), voor folklore muziek en dans. Wij kwamen daar ook altijd en ik zat in een dansgroep. Later begon ik in die centra op die gaita ponto van mij te spelen.’
Heb je ook lessen gevolgd?
‘Ik ben autodidact. Het is een mondelinge traditie. Naar ik weet, bestaan er geen theoretische methoden.’
Wanneer kropen er invloeden van buiten de traditie in je werk?
‘Op mijn eerste plaat, Gaita Ponto uit 1984, speel ik alleen maar traditionele stukken. Pas nadat ik met andere musici ben gaan samenwerken, zoals met Sivuca (jazzaccordeonist) en Luíz Gonzaga uit het noordoosten, is mijn muziek veranderd. Natuurlijk ben ik ook beïnvloed door Argentijnse en Uruguayaanse muziek en heb ik in de loop van mijn carrière met vele artiesten uit allerlei genres en stijlen samengewerkt. Dat alles is van invloed geweest op mijn muziek. Maar, ik ben altijd voorzichtig! De identiteit van de muziek van mijn traditie mag niet verloren gaan.’
Is de gaita ponto niet hopeloos ouderwets?
’De gaita ponto is niet ouderwets, maar wel beperkt. Omdat hij diatonisch is, heeft hij niet alle tonen. Dat zie ik als een enorme uitdaging. Liever studeer ik vaker of ik ga naar een fabriek in Italië waar men de klank kan verbeteren, dan dat ik van instrument verander.’
Er kwamen veel immigranten uit Italië en Duitsland naar het zuiden van Brazilië. Jijzelf hebt ook Duits en Italiaans bloed. Hoe ontvangt het Europese publiek jouw muziek?
‘De basis van accordeonmuziek in Brazilië is gelegd door de Portugezen en Afrikanen, en de Indianen. De immigranten uit Europa, met name uit Italië en Duitsland, hebben de traditie bij ons in het zuiden mede vormgegeven. Veel ritmes komen oorspronkelijk uit Europa, zoals de polka en xote (Schots). Omdat het gauchogebied ook het zuiden van Argentinië en Uruguay omvat, zijn er ook veel Spaanse invloeden te bespeuren. Het leuke is dat ik de muziek als het ware mee terug neem naar Europa, maar dan met de bagage en informatie uit Brazilië. Als ik bijvoorbeeld in Italië speel, dan herkennen de mensen het timbre; alleen de vorm is anders. Overigens, Italië is een paradijs voor accordeonisten.’
Op de Womex van 2009 heb ik je een stuk uit het noordoosten horen spelen. Zijn die tradities uit het noordoosten en het zuiden juist niet heel erg gescheiden?
‘De accordeoncultuur in het noordoosten van Brazilië klinkt heel anders. De basis is hetzelfde, maar de ontwikkeling is anders verlopen, met andere invloeden. Festa Junina is sterk verbonden met het noordoosten, maar wordt in heel Brazilië gevierd. Het is een manier om dichter bij elkaar te komen. Al sinds 1985 speel ik af en toe een forró. Op Womex heb ik inderdaad Asa Branca (Luíz Gonzaga) gespeeld. Als ik een forró speel waarschuw ik het publiek altijd dat we forró niet op de ‘juiste’ manier spelen.’
Naast je eigen stukken speel je ook composities van anderen. Geef je ook wel eens een opdracht?
‘Alleen aan Hermeto Pascoal, waar ik ook mee heb samengespeeld, heb ik gevraagd om een stuk te schrijven voor de gaita ponto. Pascoal schrijft vooral voor de piano, die ik dan weer arrangeer voor de trekzak. Hijzelf is ooit begonnen te spelen op de gaita ponto.’
Wat doe je voor de toekomst van de gaita ponto?
‘Tegenwoordig zijn er geen fabrieken meer te vinden die accordeons maken. Je kunt alleen een gebruikte kopen of een nieuwe importeren en dat is veel te duur. Het is beduidend goedkoper om een gitaar voor je kind te kopen. Daarom heb ik een eigen fabriek opgezet. Ik noem haar uitdrukkelijk Fabrica de Gateiros, omdat er ook les wordt gegeven. Dit project is nog maar net van de grond. Er is wel al heel veel belangstelling. In maart na de vakantie gaat het van start.’
De zomertour van 2010 is gefilmd door de filmploeg van Globo’s lokale zender RBS en die wordt thans op de Braziliaanse tv uitgezonden in vier afleveringen. De ploeg gaat dit jaar weer mee om nog wat materiaal te verzamelen en leggen de laatste hand aan de roadmovie Borghetti na Estrada.
Luister naar albums van Renato Borghetti in de Spotify-playlist van MixedWorldMusic.com.
Concerten
24 maart: Tropentheater, Amsterdam
25 maart: Rasa, Utrecht