Van 14 tot 17 november komt het Janusz Prusinowski Trio uit Polen op tournee in de Benelux. Ze spelen de traditionele mazurka’s, obereks, kujawiaks en wiwaks in Mazovische plattelandsstijl: woest en opwindend, met opzettelijk intact gelaten rafelrandjes. Ton Maas sprak met violist Prusinowski.
door Ton Maas
Violist Janusz Prusinowski kan er nog altijd niet over uit. Vol vuur vertelt hij over het moment waarop hij als enthousiaste jonge bluesgitarist voor het eerst het ensemble van Józef Kedzierski zag en hoorde, in een documentaire van de Poolse etnograaf Andrzej Bienkowski. ‘Het was een regelrechte openbaring. De intensiteit en de energie die ik overal in de wereld had gezocht, bleek gewoon om de hoek te vinden, bij dorpsmuzikanten in Mazovië!’
Mazurka's, obereks, kujawiaks en wiwaks
Dat is dezelfde streek rond Warschau waar eerder de Warsaw Village Band haar repertoire opdeed, maar anders dan de WVB, die traditionele muziek omsmeedt tot elektrisch versterkte etnorock, bedienen Prusinowski en zijn mannen zich van volkse instrumenten als fiedel, hakkebord, schalmei, driesnarige bas en baraban (traditionele grote trom). De traditionele mazurka’s obereks, kujawiaks en wiwaks worden gespeeld in Mazovische plattelandsstijl: woest en opwindend, met opzettelijk intact gelaten rafelrandjes, heel anders dan de elegante, walsachtige mazurka’s die dankzij Chopin wereldwijd bekend raakten.
Niks tegen Chopin, hoor
‘Niks tegen Chopin hoor’, verklaart Prusinowski, 'maar door zijn toedoen had ik me nooit gerealiseerd hoe opwindend deze oude volksdansmuziek kan zijn. Het gaat er in de dorpen soms zo wild aan toe dat zowel dansers als muzikanten in trance raken. Nou, dat wilde ik ook wel eens meemaken!’ Samen met rietblazer Michal Zak en trommelaar Piotr Piszczatowksi zocht Prusinowski enkele nog levende Mazovische volksmuzikanten op om de fijne kneepjes onder de knie te krijgen. Het oorspronkelijke trio is inmiddels aangevuld met bassist Piotr Zgorzelski en trompettist Szczepan Pospieszalski, maar de naam bleef ongewijzigd. Door deze uitgebreide bezetting kreeg Prusinowski zelf meer ruimte om te wisselen tussen viool, accordeon, cimbaal en trapharmonium.
Rauwe speltrant
Ondanks hun rauwe speltrant zijn Prusinowski en zijn mannen er niet op uit om het verleden te doen herleven. Niks nostalgie of museale ambities; ze pakken gewoon de traditie op waar die gebleven was en geven er een frisse nieuwe impuls aan, mede vormgegeven door hun ervaring met eigentijdse genres als rock en jazz. Zo geven ze nieuwe inhoud aan het begrip ‘authentiek’, want hoe schatplichtig ze zich ook voelen aan de dorpsmuzikanten van weleer, zoals zíj de mazurka’s spelen, hebben die toch echt nooit eerder geklonken.
Zeventiende eeuwse oorlogsbuit
De wonderlijke ritmische structuur van de mazurki (mazurka’s) uit Centraal-Polen – altijd in drie, maar met steeds verschuivende accenten die de maat in vier, vijf en soms zelfs zeven tellen verdelen – vertoont een frappante gelijkenis met die van de in Zweden al eeuwenlang populaire polska’s. Dat is geen toeval: Poolse volksdansen behoorden tot de ‘oorlogsbuit’ die de Zweden overhielden aan hun gewelddadige bezetting van Polen in de zeventiende eeuw. En net als bij de Zweedse polska’s zijn de melodieën in Mazovië van dorp tot dorp verschillend, terwijl het ritme overal hetzelfde is.
Het Prusinowski Trio heeft inmiddels zoveel navolging, dat in Warschau sinds 2010 tweemaal per jaar het festival Mazurkas of the World wordt gehouden, op initiatief van Janusz Prusinowski.
Concerten
do 14 november: Prinsentheater, Groningen
vr 15 november: Espace Senghor, Etterbeek
za 16 november: De Toonzaal, 's-Hertogenbosch
zo 17 november: Rasa, Utrecht