Ogenschijnlijk is de muziek van de Punch Brothers onvervalste bluegrass. Het Amerikaanse vijftal bedient zich namelijk uitsluitend van het traditionele instrumentarium banjo, viool, gitaar, contrabas en mandoline. Bovendien blijven ze trouw aan het ‘high ’n lonesome’ klankideaal zoals Bill Monroe dat een halve eeuw geleden definieerde. Maar wat ze met al die ‘grondstoffen’ uithalen, heeft in wezen meer te maken met progressieve rock, jazz en zelfs klassiek. Deze maand staan ze op het Crossing Border festival in Enschede, Den Haag en Antwerpen.
door Ton Maas
Drijvende kracht achter de Punch Brothers is de inmiddels 31-jarige Chris Thile, die al op z’n twaalfde debuteerde als mandoline-wonderkind. Maar anders dan veel wonderkinderen, die vaak snel weer geruisloos verdwijnen, markeerde die eerste cd het begin van een glanzende carrière. Op achttienjarige leeftijd stormde Chris als lid van het trio Nickel Creek de countryhitlijsten binnen. Maar het vederlichte repertoire ging snel vervelen en Thile maakte een baanbrekend newgrass-album met grootheden als Béla Fleck, Jerry Douglas en Edgar Meyer (Not All Who Wander Are Lost). Er volgden nog enkele spraakmakende albums, zoals het geheel solo (met multitracktechniek) opgenomen Deceiver vol Beatle-achtige popsongs. Op How To Grow a Woman from the Ground werden de contouren zichtbaar van wat Thile’s handelsmerk zou worden: hoogst originele muziek, gemaakt met het typische gereedschap van de bluegrass, maar met injecties vanuit pop, jazz en klassiek. Die ontwikkeling mondde uit in de oprichting van Punch Brothers, vijf geestverwanten die verbluffende virtuositeit paren aan vrijzinnige muzikaliteit. Ze waren al eens in Nederland te zien, maar dan als voorprogramma of ondergesneeuwd in het blokkenschema van North Sea Jazz. Mis ze dit keer niet!
Bekijk de livevideo van New York City.
concerten
16 november: Atak, Enschede
17 november, Duitse Kerk, Den Haag
18 november, Arenbergschouwburg, Antwerpen
www.crossingborder.nl