Youssou N’Dour - Dakar-Kingston/I Bring What I Love/Special Fin D’Année 200927 september, 2010
Nonesuch, XMD, Universal

Drie Youssou’s voor de prijs van één? Nee, dat niet. Toevallig vallen de albums van de nachtegaal van Senegal ineens als rijpe appelen in het mandje. Maar deze worp tekent wel mooi de veelzijdigheid van het West-Afrikaanse icoon. N’Dour als bruggenbouwer, spirituele boodschapper en aanjager van dansspieren. Wie ’s mans muzikale variatie zoekt is het best af met I Bring What I Love, de soundtrack van de documentaire (ook uit op dvd) die gemaakt werd in de nasleep van het opzienbarende album Egypt (2004). De cd bevat merendeels herbewerkingen van oudere nummers, in de studio ofwel live opgenomen. Tot de laatste categorie behoort onder meer de combi Mame Bamba - Touba Daru Salaam (van Egypt), uitgevoerd met het Fathy Salama Cairo Orchestra. Hinderlijk is hier en daar het plastic keyboardgeluid. Nieuw zijn de gesoigneerde titelsong (met fluit en piano) en het door kora, ngoni en balafon gekleurde Yonnent (The Messenger). Fraaie, gedragen liederen, aan de goede kant van de plechtigheidsgrens. In afsluiter New Africa daarentegen kiest N’Dour te veel voor het grote gebaar.
De sabar, de doundoun, de tama en de djembé knallen veel meer op Special Fin D’Année 2009, een cd voor de Senegalese thuismarkt. Ook daarop enkele andere versies van ouder werk. Onversneden mbalax is dit, met de bekende crossrhythms van trommels en bas, en gitaarlijnen die daar nog eens doorheen gaan. N’Dours band Étoile de Dakar maakte er lang geleden al furore mee en is nog steeds in staat een mooi feestje te bouwen.
Als ode aan Bob Marley is er dan nog Dakar-Kingston. Die biedt degelijke, catchy rootsreggae, met een licht Afrikaanse inslag. Ook hier grotendeels herbewerkingen van eigen nummers. Maar de meerwaarde ontbreekt. Bij iemand van dit kaliber hoop je toch op iets extra’s, iets dat zelfs het kwaliteitswerk van reggae spelende Afrikanen als Tiken Jah Fakoly of Alpha Blondy in de schaduw stelt. Dat is niet het geval. Of het moet N’Dours stem zijn. Die blijft, ook op de andere twee albums trouwens, van aparte klasse. (Ben Ackermans)


«« terug naar overzicht