Baraná & Ceyl’an Ertem - Xenopolis10 februari, 2012

Baykus / Xango

Xenopolis beweegt zich vanaf de allereerste tonen buiten de doorsnee. Een losse, wiegende groove, ontspannen slagwerk waar vreemd schurende geluiden doorheen draaien. Een melodie waarin snaren en een blazer zelfbewust voortstappen. Dan zet Ceyl’an Ertem met haar zang je haren overeind. Dit openingsnummer, over een zigeunerwijk in Istanbul die onlangs met de grond gelijkgemaakt werd, kraakt en knettert van de energie. Opgericht door snarenspeler en zanger Behsat Üvez en rietblazer Steven Kamperman, hield Baraná zich tot nu toe bezig met cross-overjazz. In deze samenwerking met Ertem, een zangeres uit het gistende popcircuit van Istanbul, gooien ze het over een andere boeg. Opgejut door de emotionele prikkelingen van haar stem, spelen ze pakkende popsongs. Ertems haat-liefdeverhouding met de alomvattende en allesverslindende moloch Istanbul inspireert hen tot steeds andere muzikale omgevingen voor haar zang. Overigens doet Üvez in zeggingskracht niet voor haar onder, zoals blijkt in Sustum, een lied vol onderhuidse, oplopende dreiging over een noodlottig naderende aardbeving, gezongen tegen een achtergrond van hartverscheurende jammerklachten op elektrische gitaar. De betrekkingen tussen Nederland en Turkije zijn na vierhonderd jaar nog steeds uiterst vruchtbaar. (René van Peer)

 




«« terug naar overzicht