Les Rhinocéros - Les Rhinocéros2 september, 2011
Tzadik

Jazz, oordeelt iTunes als ik deze cd in mijn laptop geladen heb. Kletskoek, voeg ik het programma toe. De debuut-cd van het jonge trio Les Rhinocéros uit Washington DC is een krankzinnig allegaartje. Vogeltjes, een zanger op jaren die een volksliedje kraakt, pulserende loops, een gitaar die met zijn noten her en der gaten in een waterbed lijkt te willen prikken, wild roffelend en sissend drumwerk – en dan is daar ineens een klezmerdeuntje dat opgewekt naar een slotakkoord veert. Het nummer Johnway begint met een steeds herhaalde riedel à la Afrikaanse highlife. Hoog daarboven stotteren achterstevoren afgespeelde klanken, terwijl een even zacht als breed akkoord op z’n dooie gemak aanzwelt en opbolt, bedekt met borstelige gitaarplukjes. Een drumritme voegt zich bij deze parade, en voor je het weet staat alles te swingen. Dan ben je nog niet halverwege. Het kan nauwelijks een verrassing zijn dat duizendpoot John Zorn (die zich uitputte in ongetemde muziekcollages) het drietal onder zijn hoede genomen heeft. Ze ademen dezelfde hang naar anarchie, maar zonder Zorns verbetenheid. Het is speels tot de laatste abrupte noot: Les Rhinocéros kiepert je als tekenfilmschurk het ravijn van de stilte in. (René van Peer)


«« terug naar overzicht