Visage / Xango
Dit album klinkt avontuurlijker dan het hoesje doet vermoeden. Vrijwel meteen na de eerste aanzwellende roffel op de raamtrommel van Andrea Piccioni zet Cagolera Giallanza een van zijn fluiten aan de mond om er klanken aan te ontlokken die een elektronicapionier niet zouden misstaan. Tokkelaar Salim Dada (gitaar en kwitra) en vocaliste Karima Skalli completeren het kwartet. Op een na zijn alle stukken van de hand van groepsleden. In drie gevallen gaat het om getoonzette gedichten: twee van Ibn Hamdis en een anoniem Algerijns vers.
Wat het album vooral spannend maakt, is de muzikale dialoog die fluit en luit met elkaar voeren, Het bijna tien minuten lange openingsnummer is daarvan al meteen een perfect voorbeeld. In het tweede stuk roert zangeres Skalli zich voor het eerst met haar gracieus meanderende stem. Op het eerste gehoor klinkt de muziek nog vrij traditioneel, maar dat beeld begint bij de eerste modulatie te kantelen en daarna wordt het steeds gedurfder. Fijn dat een Engelse vertaling van de gedichten wordt meegeleverd. Ook luitist Dada blijkt een voortreffelijke zanger, zoals hij demonstreert met het Algerijnse vers Ritu Riyadh. De toon is vrijwel het hele album door statig en stemmig – met af en toe een swingend uitstapje, zoals Maremosso, de compositorische bijdrage van Piccioni – maar dat maakt de muziek zeker niet minder interessant. (Ton Maas)
«« terug naar overzicht