Saphrane / Music & Words
De makke van veel qanunspelers is dat ze tezeer verzot zijn op een waterval van snarengetwinkel. Stefanos Dorbakis pakt het op dit album van de Griekse zangeres Katerina Papadopoulou al meteen radicaal anders aan: met spaarzaam getokkel op zijn imposante citer. Nog voor Papadopoulou haar stembanden in hemelse trilling brengt, zorgt contrabassist Theodoros Kouelis voor aardse warmte. Met een getoonzet volksverhaal uit Smyrna in het huidige Turkije begint een omzwerving in twaalf delen door de Griekse muziekgeschiedenis. Dat de oude Grieken lang voor onze jaartelling de tragedie hebben geïntroduceerd, is een uitvinding die diepe sporen heeft getrokken door de Griekse volksziel. Kommer en kwel druipen zogezegd van de stembanden. Zelfs in een bruiloftslied uit Macedonië lijkt het huilen nader dan het lachen. De stemming klaart pas een beetje op in het derde stuk, maar dat is dan ook een lofzang aan de Ikariotische wijn. Aangespoord door een statig ritme zet Papadopoulou de stem scherper aan. De felheid van haar dictie wordt weerspiegeld door jachtige streken over de snaren van Giorgos Kontogiannis’ Egeïsche lyra, waarna Chariton Charitonidis er nog een schepje bovenop doet met zijn doedelzak. Hoe ver de Griekse expansie ooit reikte, wordt geïllustreerd door een tweetal liederen uit het zuiden van Italië, waar tot op de dag van vandaag Griekstalige enclaves te vinden zijn. Samen met haar akoestisch musicerende begeleiders creëert Papadopoulou op dit album een ware lusthof voor de oren, die op stemmige wijze wordt afgesloten met een wiegeliedje in het Hebreeuws. (Ton Maas)
«« terug naar overzicht