
Folkalist / Xango
De titel van deze cd is een verwijzing naar het gelijknamige album van de Kaapverdische jazzpianist Horace Silver, van wie jazz zangeres Kavita Shah hier een compositie zingt, begeleid door percussionist Miroca Paris. Luisterend naar dit fraaie album denk je een Kaapverdische zangeres te horen zingen. Maar Kavita Shah is van Indiase komaf. De afgelopen tijd bracht ze door op het Atlantische eiland São Vicente, waar ze zich onderdompelde in de traditionele mornas en coladeiras van haar idool Cesária Evora. Ze werkt op dit album met de Kaapverdische gitarist Bau, die ook de cavaquinho (snaarinstrument) bespeelt. Kavita Shah heeft een heel eigen zangstijl, zingt in het Kaapverdische Creools en vermengt de Kaapverdische muziek hier en daar met de Braziliaanse. Ze gaat van start met het lied Angola, dat opent met sprankelend gitaarspel van Bau en met Miroca Paris op percussie. Flor Di Nha Esperança is een morna uit het repertoire van Cesária Évora. Het daarop volgende lied Joia is zonder meer het mooiste van de twaalf stukken. Het is een ode aan Kaapverdische vrouwen, uiteraard begeleid door Bau en Miroca Paris. In Um Abraço Di Morabeza zingt Kavita over Cesária. Het is een uiterst weemoedige morna. Amor Di Mundo is een mix van coladeira met Braziliaanse samba. Het liefdeslied is afkomstig van Cesária’s album Café Atlântico. Ook in Flor De Lis van Djavan is de Braziliaanse invloed goed te horen. Heel anders klinkt Chaki Ben, want dat is een Indiaas lied, door Kavita hoogtonig gezongen in haar moedertaal Gujarati, maar dan wel weer op het Kaapverdische kola sanjonritme, gespeeld door Paris. Cape Verdean Blues, het sluitstuk van de cd, begint met de zachte stem van Miroca Paris, gevolgd door de luidere van Kavita. Qua ritme volgt het de oorspronkelijke versie van Horace Silver, maar piano en saxofoon ontbreken hier. Het is daardoor een aparte afsluiting van dit prachtige album. (Rik van Boeckel)
«« terug naar overzicht