Bayla / Xango
Dit is een bijzonder fraai album van Braziliaanse en Duitse musici. Choro is een in Brazilië populair instrumentaal muziekgenre dat ontstond in het negentiende-eeuwse Rio de Janeiro. De instrumenten die aanvankelijk werden gebruikt, waren fluiten, snaarinstrumenten als de gitaar en de cavaquinho, plus af en toe de pandeiro (tamboerijn). Ook op deze cd horen we fluit, gitaar en cavaquinho. Choro is de laatste decennia bezig de wereld te veroveren en raakt daardoor steeds meer zijn folkloristische imago kwijt. De meeste composities op dit album zijn van de hand van de Duits-Oekraïense zangeres Rosa Morena Russa, een van de oprichters van Rodas Hamburguesas de Choro. De muzikanten zijn deels afkomstig uit Rio de Janeiro, deels uit Berlijn en Hamburg. Een belangrijke rol is weggelegd vor de Braziliaanse gitarist João Ferraz, die het album ook produceerde. Alle tracks hebben een maritiem thema. Het album opent met Equadoriana, dat werd geschreven op een schip toen het de evenaar passeerde. Het gaat enigszins jazzy van start, met blazers zoals de trombone, bespeeld door Dan Gottshall, en de twinkelende klank van de mandoline van Luis Barcelos. In het volgende Plumeria gaat het er iets rustiger aan toe, net als in andere tracks. Salgadinha wordt gekenmerkt door prachtig spel op de fluit door Tomaz Retz. En dat geldt ook voor het mooie spel op de klarinet door Rui Alvim in Luar Nas Ondas, een ietwat dromerig stuk. De Manhã Cedinho opent snel met fraaie mandoline- en cavaquinhoklanken ondersteund door hoge tonen uit de klarinet. Een enigszins weemoedige maar prachtige compositie. Maxixe Kissamos is de sterkste compositie. In Rancho Das Três Pelicanos horen we de bekende Duitse klezmermuzikant Christian Dawid op tuba en saxofoon. Ook dat is een fraai stuk waarop we af en toe backing vocals horen. Het is geïnspireerd door drie pelikanen, gespot op een strand van Namibië. In de slottrack Migoskotostra, een stuk dat werd geschreven op het Griekse eiland Nisyros, horen we fraai spel van Stella Varveri op de fluit en van Matthias Haffner op percussie. Deze compositie legt een verbinding met Oost-Europese muziek en heeft net als alle andere tracks een vrij filmisch karakter. (Rik van Boeckel)
«« terug naar overzicht