Johannes met Elias Frigård van Garizim
Jordi Carrasco Hjelm (Garizim)
Elias Frigård (Garizim)
Garizim
Garizim
Verslingerd aan het draaien Interview met Johannes Geworkian Hellmann 24 maart, 2017

Twee van de meest verrassende en geslaagde optredens tijdens de Celtic & Balfolk Night, vorige maand in De Doelen, hadden één persoon gemeen: Johannes Geworkian Hellman. Deze draailierspeler uit Zweden was met maar liefst twee groepen van de partij: het trio Garizim en het duo Symbio. Daarmee had Hellman de hand in zowel de aftrap als het sluitstuk van het festival. Nieuwsgierig geworden zocht Ton Maas contact met Hellman en sprak hem uitvoerig via Skype.


door Ton Maas (tekst en foto’s)

Voor liefhebbers en ingewijden is het allang geen verrassing meer dat de draailier aan een heuse opmars bezig is; niet alleen in de traditionele Europese volksmuziek, maar ook in de neofolk en zelfs de jazz. Toch is het niet een instrument waar je als argeloze jongere zomaar tegenaan loopt. Hoe heeft Hellman hem dan ontdekt? Thuis in Stockholm, waar hij net is aangekomen na een vermoeiende tournee, zit Johannes meteen op zijn praatstoel: ‘Ik begon met muziek maken toen ik zeven was. In eerste instantie was dat klassiek. Ik kreeg vioolles, want mijn moeder is klassiek pianiste en vond dat ik een instrument moest leren bespelen. Ik ging zelfs naar een speciale basisschool waar je extra muziekles krijgt. Ik vond muziek maken heerlijk. Ik besefte al op mijn achtste of negende hoe belangrijk muziek voor me was. Het was voor mij een manier om mijn innerlijke wereld te verkennen. En ik ontdekte dat het daar goed toeven was!’ voegt Hellman er grinnikend aan toe.



Schok van herkenning
‘Mijn vader is, of liever was, historicus. Het ouderlijk huis was een soort museum, want hij leefde half in het verleden. En ook hij hield veel van muziek, vooral oude. Dus luisterden we samen vaak naar middeleeuwse en barokmuziek. Alles van voor de dood van Napoleon. Daar trok hij de grens.’ En de draailier was in de middeleeuwen natuurlijk een van de belangrijkste muziekinstrumenten. ‘Precies. Ik denk dat ik als kind al wel eens een draailier heb gehoord, zonder het te beseffen. Van volksmuziek wist ik weinig af, want mijn moeder was vooral op klassiek gericht. Maar toen ik veertien was, zag en hoorde ik een draailier tijdens een concert. En dat was een schok. Ik realiseerde me dat de klank van dat instrument precies paste bij mijn gevoel van wat muziek zou moeten zijn. Ik had er onmiddellijk een band mee.’

Onverwacht geschenk
‘Dat was overigens ook meteen een probleem, want ik kende niemand die draailier speelde. Ik deed navraag op school, maar niemand kon me iets vertellen over dit bijzondere instrument. Toen kocht mijn vader een kleine draailier voor me, een replica van een historisch instrument. Ik weet niet eens waarom hij dat deed. Het was een behoorlijk duur ding – ruim duizend euro – en we hadden het niet bepaald breed thuis. Ik denk dat hij het geweldig vond dat ik in historische muziek geïnteresseerd was.’

Overtuigd van eigen identiteit
‘Pas later ontdekte ik de muziek van Hedningarna, die een belangrijke inspiratie voor me werd. Eigenlijk kan je zeggen dat de draailier mijn oren heeft geopend voor volksmuziek. Op mijn achttiende al richtte ik mijn eerste band op: Garizim. Toen drong ook pas echt tot me door dat muziek maken datgene was waarvan ik altijd al had gedroomd. Ik besloot me er voor de volle honderd procent in storten en er uit halen wat er in zat. Dat gaf trouwens thuis de nodige spanningen, want mijn ouders hadden liever gezien dat ik een echte studie ging volgen met muziek daarnaast als hobby. Maar ik was er als achttienjarige volstrekt van overtuigd dat ik muzikant zou worden. Ik ben vervolgens gaan studeren aan de Koninklijke Zweedse muziekacademie in Stockholm en ook aan de Sibelius Academie in Helsinki, waar ze een hele afdeling hebben die is gespecialiseerd in volksmuziek.’



Diversiteit en traditie
Het politieke klimaat hier in Nederland is tegenwoordig sterk anti-diversiteit en immigratie. ‘Multicultureel’ is een negatieve term geworden. De twee podia die zich met name richtten op volks- en wereldmuziek, zijn allebei gesloten. Hoe ligt dat in Zweden? ‘Hier is het minder extreem, maar dezelfde trend begint zich wel degelijk af te tekenen.’ En hoe zit het met de belangstelling voor de eigen traditionele muziek? Hier in Nederland is die van oudsher niet groot, maar ik weet dat dat in Noorwegen en Finland heel anders ligt. ‘Zweden onderscheidt zich duidelijk van zowel Finland als Noorwegen. Buiten een kleine kring van liefhebbers is de belangstelling voor de eigen traditie niet groot. De meeste mensen weten er weinig van af.’ Mogelijke verklaringen voor die geringe belangstelling in Nederland zijn het calvinisme – Calvijn was fel gekant tegen muziek – en de vroege verstedelijking met een nieuwe elite van rijke handelaren die neerkeken op het platteland. ‘In Zweden is het qua invloed van de kerk niet heel anders. Want vlak ook Luther niet uit. Zo was hier de viool lange tijd een verboden muziekinstrument. Niettemin is er een levendige folk scene ontstaan die zich snel ontwikkelt.’

Het belang van veelzijdigheid
‘De muziek die ik maak met Symbio en Garizim zou je crossover kunnen noemen, maar dan wel stevig geworteld in traditionele muziek. Een betere term heb ik er niet voor. Het is gewoon mijn muziek en ik ben nu eenmaal een muzikant die me in verschillende genres heb verdiept. Ik heb klassiek gespeeld, folk, eigentijdse gecomponeerde muziek en ook impro. En meestal werk ik samen met muzikanten die zich net als ik op verschillende terreinen begeven. Het is geweldig hoe jonge muzikanten tegenwoordig in staat zijn om de meest uiteenlopende invloeden op te doen. Dat schept nieuwe mogelijkheden en ook het verlangen om nieuwe wegen in te slaan.’



De snelle evolutie van de draailier
Hoe verhoudt zich de originele draailier tot de moderne met al zijn extra’s? ‘Het instrument is inderdaad de laatste tijd in allerlei opzichten verder ontwikkeld, maar wat gebleven is, is de archaïsche klank – althans zo beleef ik het. En tegelijkertijd is het een hypermodern instrument, een soort synthesizer avant-la-lettre. Volgens mij gaat de ontwikkeling van de draailier op dit moment sneller dan die van enig ander instrument. Er komen steeds nieuwe spelers en bovendien nieuwe bouwers met innovatieve ideeën. Het is opwindend om deel uit te maken van dat proces.’

Aartsvader Clastrier
Uiteindelijk is dat alles te danken aan één man, nietwaar? ‘Zeker. Als Valentin Clastrier het instrument destijds niet in handen had gekregen, was het beslist anders gelopen. Alle jonge spelers van nu zijn schatplichtig aan hem, mijzelf incluis. Maar ook wat hij in het begin deed met een authentiek instrument, was totaal ongehoord. Cor Westbroek, een bevriende draailierspeler uit Nederland, gaf me ooit de opname van een soloconcert van Clastrier uit 1984 tijdens het festival van St, Chartier en ik stond versteld van wat ik hoorde. Volledig akoestisch, zonder enige elektronica. Echt ongelofelijk wat je allemaal met dit instrument kan doen, tenminste als je zo goed bent als Valentin. Maar hij was niet mijn enige mentor. Ook Matthias Loibner uit Wenen, een andere draailierpionier, heeft enorm veel voor me betekend.’



Op de bühne met helden van weleer
Ik ken niet veel andere draailierspelers uit Zweden maar ik heb in mijn verzameling wel één interessante cd: Prototyp. Ken je die? ‘Natuurlijk! Het was zelfs een van de eerste draailierplaten die ik hoorde. Stefan Brisland-Ferner, de ene helft van dat duo, is ook al heel lang lid van Garmarna, de Zweedse folkrockgroep waar ik als tiener fan van was. Met behulp van een vriend maakte ik een e-mailadres aan zodat ik Stefan een mail kon sturen en tot mijn verbazing reageerde hij vrijwel meteen. Ontzettend aardig en behulpzaam. Dat contact leidde tot een uitvoerige mailwisseling over de draailier en uiteindelijk vorig jaar tot een uitnodiging om een keer samen met Garmarna op te treden.’

Dynamiek, variatie en een geweldige sound
De instrumenten die worden bespeeld door jou en collega’s als Clastrier, Loibner en Diaz jou lijken meer op elkaar dan op de ‘klassieke’ draailier. Is dat toeval? ‘Zeker niet. Valentin werkte weliswaar lang samen met een Franse bouwer die voor hem de elektro-akoestische draailier ontwikkelde, maar inmiddels heeft ook hij een instrument van dezelfde bouwer als de andere muzikanten die je noemde: Wolfgang Weichselbaumer. Hij heeft echt een sleutelrol gespeeld in de verdere ontwikkeling van de draailier als akoestisch instrument. Dankzij hem beschikt de moderne draailier over meer dynamiek, meer klankvariatie en een geweldige sound. Inmiddels zijn er andere bouwers bij gekomen, maar die maken toch vooral gebruik van zijn ideeën en technieken.’



Andere instrumenten als leerschool
‘Toen ik begon, was het nog niet mogelijk om wekelijks les te krijgen op de draailier. Daarom moest ik in de leer bij mensen die andere instrumenten bespeelden. Een van mijn belangrijkste docenten was de Finse accordeoniste Maria Kalaniemi, maar ik heb ook veel opgestoken van Mikael Marin, die altviool speelt bij Väsen. Juist het imiteren van andere instrumenten op de draailier bleek een uiterst leerzaam proces. Het heeft er mede voor gezorgd dat ik mijn eigen weg moest vinden en daarmee ook een eigen stijl ontwikkelen. Voor Valentin gold destijds hetzelfde. Er was niemand van wie hij les kon krijgen toen hij het instrument ontdekte. Hij moest het allemaal zelf uitvinden.’

Bijzondere ontmoetingen
Lag de nyckelharpa – de Zweedse klavierviool – voor jou eigenlijk niet meer voor de hand? ‘Om de een of anderen reden sprak de klank ervan me niet zo aan. Wat me aan de draailier van meet af aan heeft gefascineerd, was de drone, de eindeloos doorgaande toon. Daar kwam nog bij dat ik niet klakkeloos achter anderen aan wilde lopen. Achteraf ben ik ook heel erg blij met mijn keuze, want dankzij de draailier heb ik allerlei geweldige mensen ontmoet. Juist het feit dat ik niet gewoon naar school kon maar met mijn draailier de trein moest nemen naar verre landen en aan beroemde spelers moest vragen of ik bij ze langs mocht komen, heeft me een onvoorstelbare rijkdom aan ervaringen bezorgd. En weet je; juist in de folkwereld zijn artiesten ongelofelijk genereus. Dat is echt hartverwarmend.’

Discografie:
Garizim - Fri (2011, Ultrices Records)
Garizim - See The Birds Are Coming (2015, Gammalthea)
Symbio - Phoresy (2016, Gammalthea)

meer informatie: johannesgeworkianhellman.se


meer features
Atlantic Music Expo 2022
26 december, 2022
Achtergronden bij El Ultimo Trago
23 december, 2009
Poëzie in de strijd tegen de wereldmuziekpolitie
24 december, 2009
Oumou Sangar�s Seya album van het jaar
26 december, 2009
Havana Cultura: een omvangrijk muzikaal project
20 juli, 2010
Zangeres op tournee in Nederland met nieuwe cd op zak
6 april, 2011
Ivoriaanse bassiste/zangeres presenteert nieuw project
27 februari, 2010
Gitarist Dom Flemons over Genuine Negro Jig
27 september, 2012
Portugees kwartet komt naar Nederland
26 maart, 2012
Malinese zanger voor drie concerten naar Nederland
14 september, 2010