(beeld uit de Paradiso Poster Collectie van Martin Kaye, 1979)
Een kunstenaar bij leven al biograferen blijft een heikele onderneming - musicologe Thea Derks kan erover meepraten. Haar wens om dirigent-componist-protagonist van nieuwe muziek Reinbert de Leeuw (1938) in een biografie te duiden liep na zeven jaar onderzoek en schrijven vast op een enorme rel, georkestreerd door De Leeuw. De beoogde uitgever haakte af en even leek het erop dat de biografie helemaal niet meer zou verschijnen, totdat Leporello Uitgevers zich eraan committeerde.
Aldus getooid met de geuzenvlag 'ongeautoriseerd' zal het rumoer de verkoop van deze biografie ongetwijfeld geen kwaad hebben gedaan. Er is zelfs al een tweede druk - nogal opmerkelijk voor een non-fictie boek over muziekgeschiedenis. De heibel eromheen mag echter niet in de weg staan van het feit dat dit boek hoogst lezenswaardig is voor iedereen met een interesse in zowel avontuurlijke muziek op de podia, als de cultuurpolitiek die dit (al dan niet) mogelijk maakt.
In vijf hoofdstukken neemt Derks de lezer mee van een door tragiek gekleurde, ietwat eenzelvige jongeman (De Leeuw groeide op in een familie waarin manische depressie, psychose en zelfmoord niet onbekend waren) tot de dirigent en onuitputtelijk pleitbezorger voor twintigste eeuwse muziek van internationale faam.
Vooral de aandacht voor de privésfeer schijnt De Leeuw aan het brullen te hebben gebracht, maar het valt niet te ontkennen dat deze delen inzichtelijk zijn voor 's mans carrière. Bijvoorbeeld zijn retorische gaven en sneldenkende geest, waarvan De Leeuw zijn hele leven lang profiteert: vanaf zijn studietijd tot en met zijn hoedanigheid als cultuurpaus, die de hoogste ambtenaren op het ministerie van cultuur met gemak klem weet te zetten voor subsidiëring van nieuwe muziek.
Nergens wordt Derks hagiografisch. Hoewel de meeste citaten van De Leeuw van zelffeliciterende aard zijn, schept Derks ook ruimte voor tragisch vergeten voorgangers van De Leeuw, zoals Elie Poslavsky. Ook geeft zij genuanceerd aandacht aan de fase waarin er kritiek komt op de onaantastbare positie van De Leeuw als 'kingmaker' in de Nederlandse muziekcultuur. Ja, er was een tijd waarin sommige componisten met een minder hedendaags profiel geen schijn van kans hadden om langs de al dan niet expliciete arbitrage van De Leeuw te komen, maar vele stemmen in het boek benadrukken hierbij toch vooral de innerlijke drive van De Leeuw. Daarmee blijft hij voor de nieuwe muziek als zodanig strijden - en niet zozeer voor individuele componisten.
De mooiste passages in het boek geven een goede indruk van De Leeuw in actie. Werkend met de Argentijns-Duitse Mauricio Kagel, de Russinnen Goebaidoelina en Oestvolskaja, de Hongaren Ligeti en Kurtág en de Fransman Messiaen (om slechts enkelen te noemen) belichaamt De Leeuw een internationaal spraakmakend pleidooi voor de twintigste eeuwse muziek. Zoals deze componisten het werken met De Leeuw omschrijven is hartverwarmend - en lichtjaren verwijderd van het gekonkel over subsidies en de fusie van het ASKO en het Schönberg Ensemble.
In crescendo gaat het naar wereldfaam, zeker sinds de doorbraak van het Schönberg Ensemble tijdens het festival van Edinburgh in 1983. De studenten van het Amerikaanse Tanglewood instituut, waar De Leeuw in de jaren negentig doceert, roemen 's mans precisie, energie en enthousiasme.
In de hedendaagse muziek kun je aldus gerust spreken van een periodisering vóór De Leeuw en na zijn komst ten tonele. Het is de verdienste van Derks dat zij een dergelijke, zeker in de polder unieke culturele gigant, tot menselijke proporties weet terug te brengen, en wel mét behoud van de magie van zijn prestaties.
Reinbert de Leeuw in twee citaten
"Reinbert is gefascineerd door de inhoud en ziet een partituur niet zozeer als muziek maar als de expressie van een mens. Zijn aanpak is ook niet symfonisch, hij benadrukt juist de sterke kanten van het ensemble, waardoor zijn uitvoeringen dieper maar tegelijkertijd transparanter en minder bombastisch zijn dan die van andere dirigenten." -Pierre Audi
"Ik heb een diep geloof in de waarde en betekenis van muziek. Zij raakt iets wat niet rationeel is. Waarom heeft een E-majeurakkoord bij Messiaen zo'n verpletterende werking of grijpt de opening van de Praagse symfonie van Mozart je zo bij de strot? Het zijn clichés en je kunt in analytische beschrijvingen ver komen, maar je stopt altijd voor de laatste deur. Daarachter zit het geheim van de muziek, dat is de echte magie." -Reinbert de Leeuw