Imperfecties Jair Tchong - woensdag 7 mei, 2014

imperfect_harmony

Gisteravond was ik in Tuschinski. Zaal 1: deze tot in alle details perfect uitgevoerde cultuurtempel ontroert me iedere keer dat ik er ben. De oprichters van Tuschinski, die dit fraais aan de stad Amsterdam schonken vanuit een zeker cultureel idealisme, zijn allemaal omgekomen in de concentratiekampen. Kijk dan nog maar eens naar die lichtgevende zijderupsjes die aan de lage plafonds kruipen zónder tranige ogen te krijgen.

On topic: de reden dat ik er was was de IDFA special naar aanleiding van Imperfect Harmony, de documentaire die Carmen Cobos heeft gemaakt over Mysteriën, de compositie die door Louis Andriessen werd geschreven op uitnodiging van het jubilerende Concertgebouw.

Saillanties alom: de notenkraker par excellence, internationaal befaamde avantgardecomponist en hedendaagse muziek ensemble specialist, die voor een symfonieorkest, dat negentiende eeuwse monster, een stuk schrijft? In het Concertgebouw nota bene?!

Naar eigen zeggen deed Andriessen er dan ook zeven jaar over om ja te zeggen. Te oordelen naar de fragmenten die in de film terecht kwamen mag de avontuurlijke muziekliefhebber dolblij zijn dat Louis Andriessen, zoals het een éminence grise betaamt, terug kwam op zijn jeugdige revolutionaire aanvechtingen en dus toch een symfonisch stuk voor het bolwerk genaamd Concertgebouw schreef.

Cobos, die met deze film debuteert als regisseur (hiervoor was zij producente), zoekt het drama waar het te verwachten valt: dirigent Mariss Jansons, die geen noemenswaardige palmares heeft op het gebied van de twintigste eeuwse muziek, en de componist vliegen elkaar very gentlemanlike regelmatig in de haren. Altijd lastig, als de componist nog leeft en tijdens de repetities de dirigent hinderlijk blijft corrigeren. Andersom: hoe tergend moet het zijn om de muziek die je als componist in je hoofd en hart hoort vibreren voor je neus wordt gemaltraiteerd door een dirigent die overduidelijk zijn voorliefde heeft in de zware negentiende eeuw? Die vonkende momenten tussen Andriessen en Jansons deden me denken aan een bon mot van de cellist Anner Bijlsma.*

Cobos brengt de zwoegende musici en binnensmonds luidkeels vloekende Andriessen en Jansons prachtig in beeld, en Andriessen is een even erudiete als heldere explicateur van zijn eigen werk. Toch wringt er iets in deze film, die overigens in eerste en tweede instantie gaat over wringende situaties. Mijn onbehagen met deze film zit 'm in de platitude dat hedendaagse muziek, zoals die van Louis Andriessen, moeilijk te begrijpen valt voor muzikale geesten, zoals de professionals van het Concertgebouworkest.

Daarmee mist Cobos een belangrijk punt, want natuurlijk zal het Concertgebouworkest de wenkbrauwen fronzen (of erger) zodra het zich geconfronteerd ziet met lastig bedwingbare kwartnoten. Maar juist Nederland heeft met Reinbert de Leeuw en het Asko Schönberg Ensemble uitvoerders van internationale faam van die vermaledijde twintigste eeuw. Doordat Cobos zich louter focust op het Concertgebouworkest krijgt ze precies het drama dat te verwachten valt. Waarmee ze, hoewel ongetwijfeld onbedoeld, toch weer die platitude (twintigste eeuwse muziek is ondoordringbare moeilijkdoenerij) opnieuw bevestigd.

De kernzin is natuurlijk de wanhopige uitroep van Andriessen: "waar ben je Reinbert?", verwijzend naar zijn goede vriend en extreem gespecialiseerde uitvoerder van zijn composities Reinbert de Leeuw. Het had de film rijker gemaakt wanneer de regisseur ook specialisten in de twintigste eeuwse muziek had gevraagd naar de composities van Andriessen. Die hadden haar heel wat onbevangener kunnen uitleggen waarom die muziek zo verschrikkelijk mooi is. Toegegeven: dat had wel het drama verminderd.

Waarin de film wel slaagt: de intenties van zowel Andriessen als Janssons, in al hun ingehouden frustratie, komen wel degelijk zuiver over op de luisteraar. Belangrijker nog: het stuk zelf, Mysteriën, geïnspireerd door een tekst van Thomas à Kempis uit 1440, is zowel audiofiel als visueel bijzonder mooi in film omgezet door Cobos.

luisteradvies
Een bijzonder fraai stuk van Louis Andriessen is De Tijd.
Vanavond de tweede festivalavond in het Muziekgebouw aan het IJ, in verband met de 75e verjaardag van Andriessen.

*De relatie strijker, vioolbouwer en componist is heel interessant. Hoe die over elkaar denken, dat is niet mals. De duivelse driehoek. Stravinsky had bijvoorbeeld geen hoge pet op van uitvoerende musici. Toen hij componeerde moet hij voortdurend gedacht hebben: ik moet het zo opschrijven dat die sufferd van een strijker het niet kan verpesten en dat de mensen, ondanks het miserabele spel, toch kunnen horen wat ik bedoel. De vioolbouwer denkt daarentegen: ik moet het instrument zo maken dat de mensen, ondanks het slechte spel, kunnen horen dat ik een goeie viool gebouwd heb. En de uitvoerder hoopt dat de mensen zeggen: het was een prachtig stuk en het werd gespeeld op een schitterend instrument, maar zoals die man het uitvoerde, zo heb ik het nog nooit gehoord! We hebben allemaal onze hoogmoed.
-Anner Bijlsma, Het applaus, de teleurstelling (uit: Jan Brokken, Met Musici, 1988).


meer blogs
Ton Maas - 17 september, 2023
Ton Maas - 10 augustus, 2023
Ton Maas - 10 juli, 2023
Ton Maas - 20 januari, 2023
Ton Maas - 24 november, 2022
Ton Maas - 28 augustus, 2022
Ton Maas - 3 september, 2022
Ton Maas - 29 augustus, 2022
Ton Maas - 22 augustus, 2022
Ton Maas - 13 augustus, 2022