Orchestre National de Mauritanie4 oktober, 2013
Sahelsounds / Xango

Het in 1968 opgerichte Orchestre National de Mauritanie was de officiële band en het ideologische symbool van de Islamitische Republiek Mauretanië, die in november 1960 onafhankelijk werd van Frankrijk. Met de militaire coup in 1975 kwam niet alleen een einde aan de broze democratie in deze jonge woestijnstaat, maar ook aan het orkest onder leiding van de 17-jarige zanger Hadrami Ould Meidah. Behalve een 7-inch single, waarvan nog slechts een paar originele exemplaren circuleren, zijn er nooit commerciële opnames gemaakt van deze veertienkoppige band. De muzikale erfenis leeft echter gelukkig nog voort op live- en radio-opnames, die bijna vernietigd werden bij de staatsgreep van 1978, maar dankzij kordaat optreden van een radiomedewerker voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Het mag dan ook een wonder heten dat vele decennia later een cd verschijnt van dit roemruchte orkest, dat traditionele muziek uit Mauretanië mengde met invloeden uit Guinee en Mali. Voordat het orkest op 28 november 1968 haar eerste optreden gaf, werden de ongeschoolde leden voor een intensieve muzikale training naar buurland Guinee gestuurd. Ze kregen daar onderricht van sterren als Kante Manfila, Kandia Kouyaté Sory en Fanta Damba. In veel songs klinken dan ook echo’s uit Guinee door, zoals in Senam Mosso, La Femme Mauritanienne en het patriotische Mauretanie Mon Pays Que J’Aime. Prachtig hoe de dramatische zang van Hadrami Ould Meidah ondersteund wordt door twee trompetten, tintelend gitaarspel van Ibrahim ‘Petit’ Sall en Saidu Bâ op hoddu (West-Afrikaanse luit). Oumletna begint als een lome desertblues met traditionele fluit en psychedelische gitaar, maar gaat na vier minuten over in opzwepende Sahel-funk in de stijl van de Malinese zanger Moussa Doumba. Het bijna elf minuten durende Douga-Sosso roept herinneringen op aan het beroemde Guineese staatsorkest Bembeya Jazz. Volgens de inlay zouden nummer 8 en 9 het al eerder genoemde singletje plus de achterkant moeten zijn. Vreemd genoeg staan deze twee nummers niet op de cd, maar ook niet op de vinylversie. Navraag leert dat deze ontbrekende nummers, Kamlat en La Mone,  op een los verkrijgbare herpersing van de originele single staan. Na slechts 31 minuten is het feest voorbij, maar die zijn dan ook bloedstollend mooi. Jammer dat de geluidskwaliteit veel te wensen overlaat. Voor wie zich hierdoor niet laat afschrikken, wacht een parel die jaren onder het Mauretaanse woestijnzand bedolven lag. (Bas Springer)

 


«« terug naar overzicht