Mdou Moctar - Afrique Victime 14 juli, 2021

Matador

Niger, het armste land in de Sahel, produceert behalve tonnen uranium - waarvan de opbrengst verdwijnt in de zakken van multinationals - ook  de ruigste en hardste toeareg-bluesrock op aarde. Sinds 2008 waart er naast Bombino en Mamar Kassey ook ene Mdou Moctar rond met zijn via Nokia’s verspreide, selfmade sound. Moctar, née Mahamadou Souleymane uit de buurt van Agadez, beter bekend als Mdou Moctar, bouwde zijn eerste gitaar met snaren van fietskabels op zijn elfde. Van meet af aan was zijn sound dus al bijna vanzelf heavy metal. Behalve naar West-Afrikaanse meestergitaristen als Abdallah Oumbadougou en Baba Salah luisterde hij ook veel naar Hendrix en Clapton en bestudeerde hij de techniek van Eddie Van Halen. In 2019 gaven Moctar en zijn band hun voorlopig laatste optreden in de kleine zaal van Paradiso. Ik hoorde elektrificerend, hallucinerend en overrompelend gitaar- en ensemblewerk. Moctar benutte al zijn effectpedalen, waaronder sustain, feedback, reverb en flanger, to de max en ging als een malle te keer op zijn Stratocaster.
Samen met bassist en vindingrijk producer Mikey Coltun uit de NYC punkscene, zijn ritmegitarist en superstuwende drummer beukt, scheurt en tiert Moctar op zijn vierde album Afrique Victime tegen postkoloniale uitbuiting, corruptie en armoede. In nummers als opener Chismiten haalt-ie knallend zijn gram, maar hij schreef ook Layla, een lyrische song vol hunkering naar zijn partner, net als ooit bluesgod Eric Clapton, met wie Moctar vaak vergeleken wordt. Behalve het tierende titelnummer zijn er nog twee uitspringers: Bismilahi en Asdikte Akal.
Mdou Moctar is meer angehaucht aan Traoré (gitaarbeul uit Bamako) en Zani Diabate dan aan de clan rond Farka Touré of aan Tinariwen. Hoewel de oren diep worden gewassen met een orgie van woest ge(re)produceerde, vuurspuwende desertsounds klinkt het geheel toch nét iets minder origineel dan zijn voorlaatste album Ilana (God/The Creator) uit 2019. (Pieter Franssen)





«« terug naar overzicht