Fratelli Mancuso – Manzamà7 december, 2020

Squilibri / Xango

Heel productief zijn ze niet, qua plaatproductie althans. De Siciliaanse broers Enzo en Lorenzo Mancuso leveren hiermee pas hun vijfde album af in bijna vijfentwintig jaar. Gestoken in een fraai met aquarellen verluchtigd boekwerkje markeert dit album in minstens één opzicht een breuk met de eigen traditie. De voor de broers zo kenmerkende samenzang waarbij hun snijdend scherpe, geknepen stemmen rakelings langs elkaar scheren en schuren, is op de nieuwe plaat slechts enkele malen te horen. Wat wel onveranderd blijft, is hun volstrekt eigen muzikale universum, dat geworteld is in de eeuwenoude traditie van religieuze Siciliaanse gezangen, maar dat de broers in de loop der tijd hebben uitgebouwd met elementen van elders in het mediterrane gebied. Ze worden bijgestaan door een omvangrijke cast, waarin onder meer een strijkkwartet, een koor en diverse instrumentalisten. Naast gitaar, piano, klarinet en contrabas horen we ook de Turkse baglama, de Armeense duduk en de Arabische ûd. Het geniale van de muzikale pastiche die de Fratelli hebben geschapen, is de volstrekte vanzelfsprekendheid ervan. Wat op papier een rariteitenkabinet lijkt, ontvouwt zich als een muzikaal universum vol weemoed, dat klinkt alsof het altijd al heeft bestaan, maar waarvan je het bestaan niet eens vermoedde. Ook de gekunstelde zangstijl van Enzo, die het merendeel van de stukken voor zijn rekening neemt, klinkt eigenlijk nooit misplaatst en is steeds dienstbaar aan de emotie. De enkele keer dat ze toch echt even uit de bocht vliegen, is met de ingehuurde sopraan die ter afsluiting van het lied Amini een stukje mag schmieren. Maar afgezien daarvan is dit een regelrecht meesterwerk. (Ton Maas)





«« terug naar overzicht