Samasa – Blue Raag23 januari, 2019

Pan

Dit album is om meerdere redenen verrassend. Allereerst omdat het verschijnt bij Pan Records, een label dat zich toch vooral toelegt op onversneden tradities. Maar ook omdat we componiste en gamelanvernieuwer Sinta Wullur nog nauwelijks kennen als zangeres. Samen met Martijn Baaijens (sarod, gitaar), slagwerker Kim Weemhoff en contrabassst Daniël van Huffelen gaat ze op avontuur in het grensgebied tussen Indiaas klassiek en jazz. De eerste klanken verwijzen nog naar vertrouwd en veilig terrein, maar de vijf varianten van Bhairav Blues waarmee het album opent, onthullen steeds verder reikende omzwervingen. In BB#2 is het de bijtende klank van Baaijens’ gitaar die de microtonaliteit in duikt. #3 Doet in eerste instantie denken aan een zompige reggae-dub. Hier maakt ook Wullur haar opwachting als vocaliste. Bevallig wiegend beweegt haar stem zich tussen de hoekige ritmes. Na het uiltrakorte BB#4 wordt het vijfluik afgesloten met een fikse scheut rock.
Bangla Satie Blues voert de luisteraar een radicaal andere klankwereld binnen – die van het klassieke pianotrio uit de jazz. Die jazzy toon wordt doorgetrokken in Amar Milon Lagi, waar de nog altijd soepel meanderende melodielijn van Sinta’s zang van een gespreid bedje wordt voorzien. Voor het eerst neemt nu ook contrabassist Van Huffelen het voortouw als solist.
Met het lyrische en bevallig swingende Lady Sings Charukeshi positioneert Samasa zich moeiteloos op één lijn met Anahita, het inmiddels legendarische samenwerkingsverband tussen khyalzangeres Shweta Jhaveri en enkele Amerikaanse jazz- en bluegrassmuzikanten uit de jaren negentig. Een groter compliment kan ik niet bedenken!
Dat het aanbod gevarieerd is, mag gerust een understatement worden genoemd. Toch hangt het geheel qua visie wel degelijk samen. De afwisseling tussen de stukken houdt je als luisteraar juist bij de les en maakt telkens weer nieuwsgierig wat deze ontdekkingsreizigers nog meer in petto hebben. Duidelijk is in elk geval dat Samasa vruchtbare humuslagen heeft aangeboord waarop hun muziek uitstekend gedijt en die bovendien nog lang niet lijken uitgeput. (Ton Maas)






«« terug naar overzicht