‘Ndiaz – Son’Rod26 november, 2017

Paker / Xango

Als je een artiest vraagt wat voor muziek hij of zij maakt, krijg je soms als antwoord dat soorten en genres er niet toe doen: er is alleen goede of slechte muziek. Een waarheid als een koe natuurlijk, maar je kan er niet omheen dat ook goede muziek in vele gedaanten komt. Van sommige goede muziek wordt ik vooral blij – dat gebeurt steevast bij het werk van de Italiaanse trekzakspeler en componist Riccardo Tesi – van andere bereik ik een dromerige staat van zijn en van weer andere raak ik opgewonden.
De muziek van het Bretonse kwartet ‘Ndiaz valt in die laatste categorie en heeft op mij dezelfde hitsige uitwerking als die van Little Feat in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Niet dat ‘Ndiaz ook maar in de verste verte lijkt op de groep rond Lowell George, maar in beide gevallen voel je je als luisteraar deelgenoot van wat de muzikanten moeten hebben beleefd bij het maken van deze muziek. Het is alsof je getuige bent van een vrijpartij, maar dan eentje waarvoor niemand zich hoeft te generen.
Het is zeker niet alles drive wat er klinkt. Juist als de band even gas terug neemt, voel je de onderhuidse spanning oplopen. Zoals in het spannende intro van Moarvat #1, waar een zacht pulserend motief uit de accordeon van Yann le Corre als wegbereider fungeert voor koerende klanken uit Youn Kamm’s trompet en Timothé le Bour’s sax. Behoedzaam drijft slagwerker Jérôme Kerihuel het tempo op, om vlak voor de climax weer even in te houden. Super spannend is dat. De ontlading – meteen daarna in Moarvat # 2, als de heren er vol in gaan – komt daardoor ook extra heftig binnen.
Door slim gebruik te maken van twee gastmuzikanten, op viool en baritonsax, weet ‘Ndiaz bovendien waar nodig een klankbeeld van orkestrale proporties neer te zetten, waardoor je als luisteraar het orgastische gevoel krijgt verzwolgen te worden door de muziek. Dus zet die koptelefoon maar op en laat je meevoeren! (Ton Maas)









«« terug naar overzicht