Éthiopiques 24&25: Golden Years (...) 1969-1975 & Modern Roots 1971-19756 januari, 2010

Buda Musique
Francis Falceto is geenszins van plan z’n monnikenwerk op te geven. In de bijsluiters van de nieuwste uitgaven in zijn geprezen Éthiopiques-serie belooft hij nog vele opvolger – en dit zijn toch alweer nummer 24 en 25. Gedolven uit de archieven van het label Amha Records, dat stevig meehielp de hoofdstad van Ethiopië te maken tot wat in de nadagen van keizer Haile Selassie met recht swinging Addis werd genoemd.

Westerse oren hebben er vaak moeite mee de Ethiopische toonladders te beklimmen, maar wie ze die moeite gunt, kan inderdaad niet om de swing heen. Éthiopiques 24 leent zich daar nog het gemakkelijkst voor. De invloed van Amerikaanse funk en soul doen zich hier het meest gelden. Bijvoorbeeld in de bijdragen van Tamrat Molla & The Venus Band, met blikkerig funky gitaarwerk of een supervet orgeltje. Of in de liedjes van de Ashantis, van Keniaanse komaf. Curieus zijn de twee nummers van de gelauwerde Mulatu Astatke, het ene een soort beatmuziek, het andere calypsogetint. Bijzonder is de droeve stem van Seyfou Yohannes.

Masenqo (viool) en krar (lier), de Ethiopische instrumenten bij uitstek, figureren prominenter op Éthiopiques 25. Dat etaleert vooral hoe de traditie zich in de golf van moderniteit inpast. Hier vinden we ook ’s lands topvocalisten, met hun kenmerkende vibrato. Zoals Tlahoun Gèssèssè, wiens overlijden vorig jaar in Ethiopië onvoorstelbare rouwtaferelen losmaakte. De man is hier met zes liedjes vertegenwoordigd, met een opvallende rol voor een mandoline. Mooi is ook Wèfe Yèlala van Damtèw Ayèlè, met zijn stuwende ritme, handgeklap en schelle koortjes – je gaat vanzelf schokschouderen. (Ben Ackermans)
 




«« terug naar overzicht