New Cool Collective Big Band ft. Thierno Koite4 september, 2017

Dox 

Dit samenwerkingsproject werd in gang gezet na een wel heel spontaan optreden van een Benjamin Herman (NCC-voorman) in Dakar, Senegal, na een flink besprenkeld rendezvous op de Nederlandse ambassade. De gevierde saxofonist klom enigszins aangeschoten het podium op en begon mee te spelen met Orchestra Baobab. Zo kwamen NCC en Thierno Koite met elkaar in contact. Koite, de legendarische saxofonist en mede-oprichter van het orkest, droeg zes fraaie composities bij, waarvan vier in samenwerking met de mannen van New Cool. Met zijn bijzondere frasering maakt hij het rondborstige geluid van vijf gretige saxofoons, vier trompetten en trombones nog een stukje romiger. Als het NCC zijn bigbandsneakers aantrekt, komt er een negentienkoppig muzikaal monster los dat nauwelijks in 't gareel te houden is. 
Met Myster Tier wordt meteen de jubelende bigbandtoon gezet. Daarna komt Chega, een relaxte, humoristische en filmische track, iets waar de club al jaren in uitblinkt. Padee is het sterkste nummer, vol weemoed en punch.
Tegen de tijd dat we bij het knallende groove-feestje Yassa zijn aangeland, is het monster in full swing. Een adembenemend snelle, super strak getimede gitaarsolo van Rory Ronde maakt het nummer net wat meer 'edgy'. Ook in de slowjam Thierno, die begint met een verhaallijn die doet denken aan een 'kronkel' van Simon Carmiggelt, schittert het uitgekiende, afgeknepen gitaarspel van deze nieuwe allrounder in een verfrissend arrangement van trompettist David Rockefeller. Thierno is één grote vreugdedans met veel historische citaten, zoals Move On Up in de remix van Rumbon, terwijl in Thierno's Moussa Caravelle het iconische afrocubaanse ritme El Manicero (Peanut Vendor) om de hoek meekijkt. Nog meer kabbelende Caribische memoires lichten op in Afrosur. In de felle latinjazz-ska-remix van Rantanplan bruisen de saxsoli, net als in de uit de hand gelopen NCC- afrobeatpowerjam Pambiche. NCC's muzikale buidel is goed gevuld. De bijdragen van toetsenist en arrangeur Friede, van Herman, van de ritmesectie en natuurlijk de rokerige, omfloerste saxsound van Koite springen er ondanks de overdadige arrangementen duidelijk uit.
Beetje jammer dat het lekker dwarse rafelrandje van de Electric Monkey Sessions heeft plaats moeten maken voor een hier en daar nogal gestroomlijnde en niet altijd even avontuurlijke aanpak.Dat resulteert soms in een tamelijk stuurloos en volgesmeerd geluid. In de arrangementen van Willem Friede valt na zoveel jaren toch wel een lichte sleet te ontwaren. Maar de tracks waarin Koité kan excelleren, waar de spelvreugde  erbij alle blazers vanaf spat en waar de band 'fires on all cylinders', zoals Britten het zo mooi kunnen typeren, zijn wel degelijk absolute prijsnummers. (Pieter Franssen)






«« terug naar overzicht