Baaba Maal - The Traveller27 januari, 2016

Palm Recordings / V2

Na het akoestische meesterwerk Djam Leelii (1989) met gitarist Mansour Seck en Lam Toro (1992) maakte de Senegalese zanger Baaba Maal diverse albums die nogal wisselend van kwaliteit waren. Zijn mix van Afrikaanse muziek met westerse stijlen pakte lang niet altijd gelukkig uit. Zo mengde hij op zijn voorlaatste, nogal teleurstellende cd Television (2009)- in samenwerking met Didi Gutman en Sabina Sciubba van New York's Brazilian Girls – subtiele elektronica met Senegalese muziek. Maal’s inmiddels elfde cd The Traveller laat een gedeeltelijke terugkeer naar zijn roots horen. Het album werd deels in Londen, deels in Senegal opgenomen, onder leiding van de Zweedse producer Johan Hugo (The Very Best). De kruisbestuiving van traditionele Senegalese muziek met elektronica en westerse pop levert sterke songs op zoals het ruige, door drums opgestuwde openingsnummer Fulani Rock, dat bluesrock koppelt aan de muziek van het Fulani volk, waartoe Maal behoort. Een floorfiller van jewelste. In de overige nummers ligt het tempo een stuk lager en krijgt Maal’s rauwe, doordringende vocalen ondersteuning van o.a. Winston Marshall (Mumford & Sons). Met sterke composities als Gilli Men en One Day weet Maal te boeien, al klinkt het gebruik van de auto-tune gekunsteld. Net op het moment dat je denkt naar een goed Baaba Maal album te luisteren volgt de anticlimax in de twee slotnummers, War en Peace, waarin 'spoken word poet' Lemn Sissay, de officiële dichter van de Olympische Spelen 2012, het woord overneemt. Zijn overspannen verhandeling over oorlog en vrede en de rol van de media is niet alleen een hoogst irritante stijlbreuk, het doet ook het tot dan toe sterke album als een nachtkaars uitgaan. (Bas Springer)


 




«« terug naar overzicht