Soukast is het percussie- en slagwerkduo van Simone Sou en Guilherme Kastrup uit Sâo Paulo in Brazilië. Gisteravond maakten ze als onderdeel van de serie Sounds of Brazil het Bimhuis onveilig met ritmes uit hun vaderland. Daarbij werden de trommelvliezen niet gespaard. Met tomeloze energie roffelden, mepten en beukten de twee er op los, meestal met het drumstel als uitvalsbasis, maar net zo vaak hurkend op de vloer of elkaar besluipend, uitdagend en aansporend tot nóg opzwepender vuurwerk.
Guilhermo's arsenaal bestaat naast een 'extended' drumstel uit typisch Braziliaans wapentuig als berimbau (snaar en boog) en pandeiro (raamtrommel) en verder een soort rommelpot waar zijn onderarm vrijwel helemaal in verdwijnt. Sou bespeelt een standaard drumstel, maar heeft op de vloer van het podium ook een rekje met gestemde koebellen opgesteld en daarnaast het resultaat van een plundertocht door de keukenafdeling van een kringloopwinkel.
Maar het zijn niet allen ritmes waar de twee Brazilianen hun publiek op onthalen. De piano van Benjamim Taubkin (musicus, componist en nestor van de muziekscene van Sâo Paulo), met wie het tweetal in Brazilië samenwerkt, is via al dan niet 'nabehandelde' samples ook van de partij, en met behulp van dezelfde technologie worden bovendien oerwoudgeluiden en veldopnamen toegevoegd aan de mix.
Speciaal voor diegenen die er in hebben doorgeleerd, vermeldt Simone de herkomst van de verschillende ritmes. Maar of ze nu uit het noorden, zuiden of juist Mato Grosso afkomstig zijn, voor niet-ingewijden maakt het allemaal nauwelijks verschil. Swingen doet het en hoe! Wel zou je uit het laatste stuk van de eerste set, dat een soort muzikale reis vanuit het Amazonegebied naar de stad moet verbeelden, kunnen opmaken hoezeer ook in Brazilië de verstedelijking oprukt. Want na een collage van oerwoudgeluiden komen vrijwel meteen de eerste stadse beats in beeld.
Het krukje dat tussen beide drumkits stond opgesteld, wordt na de pauze ingenomen door accordeonist Oleg Fateev, met wie Simone in meer dan een opzicht een (ander) duo vormt. Hoewel afkomstig uit Moldavië, lijken de Braziliaanse ritmes voor hem nauwelijks nog geheimen te hebben. Soepel dansen zijn vingers over de knoppen van de imposante bayan, terwijl hij grijnzend naar links en dan weer naar rechts loert. Geen moment verliezen de drie muzikanten elkaar uit het oog. Vooral tijdens ritmisch uiterst felle en complexe 'woordenwisselingen' wil de tong nog wel eens tussen de lippen verschijnen.
Het nummer The Road, dat Fateev opdraagt aan zijn lang geleden overleden vader, vormt een welkom rustpunt in de hectiek van dit slagwerkfestijn, al komen Sou en Kasprup al na korte tijd vervaarlijk aansluipen met elk een pandeiro in de hand. En ja - u voelt hem al aankomen - dan wordt het toch weer knallen. Maar als het knalt zoals bij deze drie geweldenaren, dan zit er niks anders op dan je over te geven. Helemaal, zonder voorbehoud, en met alle zintuigen op scherp, in de hoop zo de genade te ontvangen.