over muziekprogrammeren buiten de zaal Jair Tchong - vrijdag 16 januari, 2015

camerata rco
Camerata RCO, Roest, Amsterdam, 24 december 2014.

Eurosonic/Noorderslag is het jaarlijkse openingssalvo van de Nederlandse muziekindustrie. Met overdag seminars en 's avonds de showcases is Es/Ns het belangrijkste business-to-business muziekevent van Nederland: iedereen die iets met een zaal of festival doet loopt hier wel rond.

"Van stadsprogrammeur tot pop-up show" leek ons wel een urgent seminar, met als panelleden Minke Weeda (Rotown, Rotterdam), Eric Smout (Democrazy, Gent) en Manne van der Zee (Sugarfactory, Amsterdam). Zoals bekend is het geen gunstige tijd voor de concertzaal-oude-stijl. Festivalisering en programmeren op 'spannende' lokaties zijn twee tendenzen die zaalprogrammering tot een heikele biz maken, tenzij je vol inzet op de mainstream.

In België lijkt soms alles beter, en als je Smout hoort praten over zijn "rondreizend huis in de stad" (Democrazy is geen zaal, maar organiseert op allerlei lokaties in Gent concerten) lijkt die aloude indruk opnieuw te worden bevestigd. Ook Weeda programmeert regelmatig buiten het eigen huis Rotown, en heeft zelfs een plan ingediend in de Rotterdamse race voor een nieuwe grote zaal. Haar plan is geheel geënt is op de gedachte: investeer in de inhoud, niet in de stenen. Geen nieuwe zaal, maar avontuurlijke muziek op avontuurlijke plekken. Geen stenen organiseren, maar noten.

De gespreksleider stelde de kwestie, met een verwijzing naar een artikel in de Metro van die ochtend, nog verder op scherp: stel nu dat musici voortaan geheel zelfstandig hun concerten organiseren, steeds op de lokatie die hen goeddunkt, lokaties die dus ook ver van het bekende zaalcircuit kunnen liggen, wat is dan nog de meerwaarde van de concertzaal en de programmeur?

Weeda was hierover helder: niet alleen heeft een goed geprofileerde zaal het vermogen om juist onbekende groepen (en genres) de noodzakelijke push te geven bij het vinden van een nieuw publiek, ook zijn musici in het algemeen genoeg tijd kwijt met het perfectioneren van hun kunst. Men zal niet staan te springen om de taken van boekers en zaalprogrammeurs nog eens daarbij te nemen.

Als je Weeda hoort, dan hoor je vooral realisme: zo zijn er volgens haar in heel Nederland op jaarbasis maar 200 concerten voor 1.000 man, dus waarom zou je wéér een nieuwe zaal bouwen als die waarschijnlijk vijf dagen per week leeg zal staan, en als de financiële eis om de investering terug te verdienen de artistieke inhoud wederom zwaar onder druk zal zetten?

Aan het einde van de sessie waren we weer bij het begin, want Smout gaf aan toch eigenlijk niets liever dan 'een eigen huis' te willen hebben: "Democrazy heeft geen duidelijk profiel voor de bezoekers. Als wij iets doen in De Vooruit weet de helft van de mensen niet eens dat het van ons is. Wij vinden het na al die jaren nog moeilijk om het publiek te vinden en te kennen." Dit nog naast de door Smout benoemde ongemakkelijkheid dat je op al die spannende lokaties ook technisch steeds opnieuw moet beginnen.

Zelf dachten we dat één aspect van dit 'stadsprogrammeren' onbenoemd bleef tijdens deze sessie. Die door de overheid gefinancierde, aloude infrastructuur van zalen is niet geschikt voor de grenzenloze wijze waarop de luisteraar van nu dwars door alle genres heen luistert. Spotify is welbeschouwd een bom onder het oude idee van aparte concertzalen voor klassiek, jazz, wereldmuziek en pop. Sterker nog, die oude identiteiten kunnen soms als een loden last om de schouders van de welwillende programmeur hangen. Klassieke zalen lonken naar die goedbezochte popconcerten; jazzpodia dito.

Programmeurs kijken verder dan hun eigen huis voor het avontuur, maar hebben diep in hun hart toch liever een eigen plek, vanwege de technische voorzieningen en het heldere programmeringsprofiel. Musici zoeken 'off beat' lokaties op, zoals de musici van het Camerata RCO, die onlangs een uitverkocht concert gaven in Roest (Amsterdam). En de wegen van het publiek - die blijven ondoorgrondelijk. Maar als Rotterdamse gemeenteraad zou ik het wel weten. Hoog tijd dat er weer eens in inhoud wordt geïnvesteerd, in plaats van nieuwbouw. Te vaak is de podiumkunstenaar nu de sluitpost in de begroting van de nieuwe zalen - in plaats van het eerste en enige bestaansrecht van de zaal.


meer blogs
Ton Maas - 17 september, 2023
Ton Maas - 10 augustus, 2023
Ton Maas - 10 juli, 2023
Ton Maas - 20 januari, 2023
Ton Maas - 24 november, 2022
Ton Maas - 28 augustus, 2022
Ton Maas - 3 september, 2022
Ton Maas - 29 augustus, 2022
Ton Maas - 22 augustus, 2022
Ton Maas - 13 augustus, 2022